Voor Jelle Eylenbosch (30) is clubliefde geen loos begrip. Ruim 35 kilometer liggen zijn woonplaats Dilbeek en SK Berlare van elkaar verwijderd, maar het typeert de rechtsachter dat hij ze telkens weer zonder morren aflegt. Het liefst van al vertoeft hij na de match tussen de supporters, die hem als een clubmonument op handen dragen. Benieuwd naar de fundamenten voor deze match tussen club, speler en supporters zochten we Jelle voor de training op voor een gesprek dat eigenlijk veel langer had mogen duren. Hoe ben je eigenlijk bij SK Berlare terechtgekomen? Eylenbosch: “Op mijn 16e heb ik mijn debuut gemaakt bij FC Pepingen, nu reeksgenoot van SK Berlare, maar toen nog spelend in 2e provinciale. Daar ben ik tot mijn 20e gebleven. Nadien speelde ik 4 seizoenen voor Wambeek, waarmee ik van 2e naar 1e provinciale ben gestegen. Daarna tekende ik bij Wolvertem, waar ik maar liefst vijf seizoenen bleef. Een mooie periode: we speelden kampioen en ik mocht twee seizoenen proeven van het niveau in 4e nationale. In het laatste seizoen kreeg ik echter een dispuut met bepaalde bestuursleden bij Wolvertem en begon ik open te staan voor een nieuwe club. Waarom dan precies SK Berlare? De bal is aan het rollen geraakt door de twee oefenwedstrijden die we in dat seizoen tegen elkaar speelden. Ik heb na de match gesproken met de Berlaarse supporters, waaronder Patjen, en aangegeven dat ik een overstap wel zag zitten omdat SK Berlare mij een club leek die bij mij paste. Ik ben tot nu toe heel trots op mijn afgelegde parcours, want mijn carrière is eigenlijk alleen maar in stijgende lijn gegaan.” Tijdens je periode bij Wolvertem mocht je het in de 1/16e finales van de Belgische beker opnemen tegen toenmalig eersteklasser Cercle Brugge. Een unieke belevenis neem ik aan? “Zeker en vast. Het is tot nu toe het mooiste moment uit mijn carrière. Ik herinner mij nog dat de directeur (Jelle werkt als leerkracht, bds) toestond dat ik een vergadering mocht verlaten om de loting te kunnen volgen. Dat was ook best spannend: Wolvertem bleef bij de laatste vier ploegen over die nog moesten getrokken worden en Standard uit en Cercle thuis waren nog mogelijk. De dag van de wedstrijd moest ik nog een halve dag werken, maar ik had best wat zenuwen. Ik wist dat de club heel veel tijd en moeite in de voorbereiding had gestoken en een pak vrienden van mij kwamen naar de wedstrijd kijken. Het was de max! Er waren 3000 supporters die voor veel sfeer zorgen. Echt genieten! We speelden een goede wedstrijd en konden Cercle bij de rust nog op 0-0 houden. Stef Wils kreeg op de koop toe nog een rode kaart, waardoor we in de kleedkamer geloofden in een stunt. Dat geloof werd echter kort na de rust de kop ingedrukt, want we kregen 2 minuten na de pauze al meteen een terechte penalty tegen: 0-1. Daarna oefenden we een enorme druk uit op Cercle en we kregen zelfs nog een paar goede kansen – onder meer van mij – waarbij we konden scoren. Op de counter scoorden de Bruggelingen helaas de 0-2 en de 0-3 en dan gingen de kopjes naar beneden. Ikzelf pakte op het einde ook nog twee keer geel. Het was desondanks een avond om nooit meer te vergeten. Ik kijk geregeld nog naar het wedstrijdfilmpje op YouTube en telkens weer bezorgt het mij kippenvel!” Twee seizoenen later volgde nog een mooi bekermoment, want in de laatste voorronde kwamen de Panda’s uit Eupen naar het Puitenstadion! Het werd 1-3. Zag je toen al dat die ploeg de kwaliteiten hadden om in 1e klasse te voetballen? “Goh, ja en neen. Neen, omdat wij als modale vierdeklasser goed meespeelden, maar wat je natuurlijk wel zag was dat zij over een enorme technische bagage beschikten. Twee van de drie goals waren echte pareltjes! Daartegenover konden wij amper twee kansen plaatsen, waarvan Lorenzo Heirwegh dankzij zijn gekende flitsen de aansluitingstreffer lukte. Nadien kreeg Mich Poppe nog dé kans op 2-1, maar de keeper (Hendrik van Crombrugge, nog steeds eerste doelman bij Eupen, bds) pakte uit met een goede save. Nadien scoorde Eupen nog twee keer en was het boeken toe. De mooie prestatie gaf ons wel vleugels voor de rest van dat seizoen toen we in de top-5 eindigden. De mannen uit de Oostkantons mochten nadien in de nieuwe Ghelamco Arena spelen, wat de uitschakeling des te jammer maakt. Ik heb dus op een haar na een verplaatsing naar Sclessin en AA Gent gemist! De wedstrijd tegen Eupen was gevoelsmatig voor mij echter niet zo speciaal als die tegen Cercle vanwege de sfeer rond het veld. Eupen had namelijk hoop en al 10 meegereisde supporters bij!” Waren er in die twee wedstrijden spelers die indruk op jou hadden gemaakt? “Bij Cercle Brugge zonder twijfel Junior Kabananga, die in deze Afrika Cup al gescoord heeft voor Congo. Na de wedstrijd trok hij zijn shirt uit…Wat een atleet, wat een kleerkast! Van Eupen is Florian Taulemesse me opgevallen vanwege zijn enorme techniek. Die 0-1 die hij maakte was een wereldgoal! Van net over de middellijn knalde hij de bal in de winkelhaak. Jean (onze doelman Jan, bds) kon alleen maar naar de bal kijken, zo goed was hij getrapt! In negatieve zin viel Alessio Staelens, zoon van Lorenzo, mij op. Ik vond hem niet zoveel voorstellen voor bij een eersteklasser te spelen en nu speelt hij geloof ik bij Knokke, dusja…” Had je dan het gevoel in die twee wedstrijden dat je het niveau in zekere zin aankon?
“Ik ben realistisch: mijn niveau is 3e amateurliga, punt. Een ploeg uit 2e amateurliga zal mij niet gaan halen. Tegen Cercle speelde ik een goede wedstrijd omdat we toen echt in de flow van het bekeravontuur zaten, maar om wekelijks dat niveau aan te pikken, is toch andere koek, hoor… Mijn match tegen Eupen was trouwens een heel stuk minder en ik werd dan ook terecht vervangen. Nee, niveau eerste klasse is echt geen spek voor mijn bek.” Jelle Eylenbosch en SK Berlare blijken een goed huwelijk te vormen. Hoe verklaar je dat? “Ik denk dat dat komt omdat ik sociaal ben, graag blijf plakken en een praatje maak met de supporters. Ik houd er altijd aan vast om hen na de wedstrijd te groeten, ook al is dat minder prettig na een nederlaag. Ik wil geen dikkenek zijn en zulke spelers zouden ze bij SK Berlare ook niet willen.” Blijven de duels tegen Wolvertem voor jou speciaal? “Zeker en vast! Vooral omdat we nu voor de eerste keer na mijn vertrek in dezelfde reeks spelen. Ik moet wel zeggen dat ik tijdens onze uitmatch daar geschrokken ben van de negatieve reacties. Heel jammer, want ik was nochtans gelukkig bij Wolvertem en ben er enkel maar vertrokken doordat ik te weinig respect voelde van bepaalde bestuursleden. Ik was wel behoorlijk nerveus toen ik naar Berlare ging, maar na de eerste training reed ik met een supergevoel naar huis: yes, ik heb de juiste keuze gemaakt! In de kranten is onlangs verschenen dat ik mij 200% gelukkig voel in Berlare en dat meen ik echt, ondanks de lange afstanden die soms wel door beginnen te wegen.” Tijdens de thuiswedstrijd tegen Wolvertem scandeerden de Berlare Ultras meermaals jouw naam en ze maakten ook speciaal een spandoek voor jou. Zulke attenties moeten jou toch deugd doen? “Absoluut! En het beperkte zich niet eens tot de thuiswedstrijd. Zelfs in de heenmatch hadden ze voor mij een spandoek gemaakt met als tekst “De wolven huilen, want Jelle is een puit”. Fantastisch vond ik dat! Zo’n dingen bewijzen ook mijn goede band met de supporters en dat geeft mij telkens weer een enorm goed gevoel.” Dat scanderen en die spandoeken, zijn dat zaken die je opvallen tijdens de wedstrijd of ben je zodanig gefocust dat je dat pas achteraf meekrijgt? “Nee, dat viel mij toen echt wel op. Nochtans ben ik van nature enkel gefocust op de wedstrijd zelf. Ik zal je iets vreemds vertellen: normaal hoor ik tijdens de match amper iets vanop de tribunes, maar elke wedstrijd fluit mijn papa een paar keer naar mij en dan geeft hij mij een teken of ik goed bezig ben of ik een tandje moet bijsteken. Echt elke keer hoor ik dat! Mijn ouders verdienen ook een pluim trouwens. Zonder uitzondering komen ze elke thuis- en uitwedstrijd kijken, zelfs in weer en wind! Ik herinner me nog dat we in de gietende regen 120 minuten moesten spelen en penalty’s trappen. Op de koop toe miste ik de beslissende strafschop. Na de wedstrijd zag ik mijn ouders in de kantine…Drijfnat waren ze! Nee, dat ze kosten noch moeite besparen om hun zoon overal te volgen, pakt mij echt.”
2 Comments
Luc Goeman
1/25/2017 02:01:00 am
Jelle,niks dan goede herinneringen die je bij ons hebt achtergelaten .Het ga je goed en altijd welkom bij HOWM.
Reply
Martine en Hugo
1/25/2017 07:33:41 am
Jelle is een clubspeler met het hart op de juiste plaats!! We komen hem graag aanmoedigen!!
Reply
Leave a Reply. |
Archieven
Oktober 2019
Categorieën
Alles
|