“Noem mij geen voorzitter van Red en White, want alle vier de bestuursleden staan voor mij op dezelfde hoogte.” Het tekent Patrick van Driessche, op SK Berlare beter of zelfs alleen maar bekend als Patjen. Hoewel hij zijn hart, ziel én tijd ten volle in de club steekt, minimaliseert hij zijn eigen persoon. Toch is hij de ideale man om als spreekbuis van dé SKB-supporter te fungeren. Hoe lang ben je al verbonden aan SK Berlare? “Ik heb de volledige historie van de club meegemaakt. Dat moet van mijn 12 jaar geleden zijn en ik was hier zelfs nog als jeugdspeler aangesloten en ben altijd naar de wedstrijden komen kijken wanneer ik kon.” Zijn er bepaalde seizoenen of wedstrijden die in die periode eruit springen? “Een thuismatch tegen Serskamp in derde provinciale vertel ik nog regelmatig na. We stonden met 0-1 in het krijt met nog een kwartier of twintig minuten op de klok en op de koop toe moesten we maar met negen man verder. Iedereen de kantine in, ervan overtuigd dat het kalf verdronken was. Niemand stond nog buiten naar de wedstrijd te kijken! Stormde na een tijdje iedereen opeens naar buiten! Blijkbaar stond het toen 1-1 en we wonnen uiteindelijk nog met 2-1! Met dank aan Jan Berkens. (over die befaamde match: zie noot aan einde interview) Ook een wedstrijd tegen Tamines zal mij altijd bijblijven. Dat was een match in de eindronde om degradatie te ontlopen. We wonnen niet alleen met 7-3, maar ik herinner me een doelpunt van Ben Ahmed, waarbij hij de hele rechterflank aan flarden dribbelde en zo scoorde. Nog nooit zo een goal live meegemaakt! Wanneer ik een memorabel seizoen moet vernoemen, dan denk ik in de eerste plaats aan het eerste seizoen onder Herman als voorzitter. Er was geen ploeg samengesteld en er moesten ternauwernood jonge gasten bijeengezocht worden, aangevuld met de routine van Koen Schockaert en Tjörven De Brul. Op die manier werden talenten als Kenneth Pauwels, Ward Copers, Dieter De Wilde en Jesse Brouwers ontdekt.” Nu naar de huidige situatie: een stunt op Pepingen moest het begin worden van de remonte, maar helaas: thuis bleek SK Ronse te sterk voor ons. De supporters waren waarschijnlijk teleurgesteld? Patjen: “Goh, dat viel al bij al nog mee. Ik had de reacties na de match slechter verwacht. Ik heb zowel ontgoocheling als gelatenheid ervaren. De wedstrijd op Pepingen zorgde voor een golf aan positieve commentaren en de supporters verwachtten elf spelers die met het mes tussen de tanden speelden, aangezien na die stuntzege een nieuwe zege tegen Ronse ons meer ademruimte zou verschaffen voor de verplaatsing naar Wervik van komende zaterdag.” Hoe verklaar je het verlies? (denkt na) “Moeilijke vraag… Ik weet het eigenlijk niet goed. Veel spelers waren tijdens de week ziek. Ligt het daar misschien aan? In de eerste helft kregen we de betere halve kansen via onder meer Henri. Ook stichtten we gevaar door de goed getrapte corners van Gauthier Lauwers. Het verschil tussen beide ploegen lag er hem in dat Ronse directer speelde, terwijl wij teveel met de bal liepen. Twijfels bij de spelers? Misschien wel ja.” Op Pepingen verwachtte niemand de drie punten, maar toen die er toch kwamen, verwachtten de spelers misschien dat die lijn werd doorgetrokken, hoewel Ronse veel hoger staat? “Maar het is toch juist omdat ze daar die drie punten pakten dat ze bevrijd zouden kunnen voetballen afgelopen zondag? Dan moet je laten zien dat die winst geen toeval was en moet die lijn doorgetrokken worden.” Na zondag is onze ziekenboeg voor Wervik nog wat groter geworden. Heb je er nog vertrouwen in? “Oh ja! Ik ben ervan overtuigd dat we daar gaan winnen. Ik ga echt niet uit van puntenverlies. Ik heb 100% vertrouwen in een goede afloop.” Het wordt zowat de wedstrijd van de laatste kans. Ideaal zou zijn dat de spelers aangemoedigd worden door een hele groep supporters. Waarom moeten ze de verplaatsing maken naar West-Vlaanderen? “Ik verwacht veel meegereisde supporters daar. Niet alleen met de supportersbus, maar ook met de auto. Ik roep iedereen op om aanwezig te zijn: de club SK Berlare en de spelersgroep hebben hun steun hard nodig. De spelers moeten ook beseffen dat we zo’n verre verplaatsing maken om hen door dik en dun te steunen, niet om hen af te breken! Een supporter die zo ver rijdt, gaat die kilometers trouwens niet afleggen als hij of zij ervan overtuigd is van een slechte afloop.” Hoe zou je de doorsnee SKB-supporter kunnen omschrijven? “Heel kritisch! Maar ze zouden door een muur gaan voor hun spelers. Ze kunnen de hele wedstrijd op de spelers sakkeren, maar bij wijze van spreken een kwartier nadien alles vergeten zijn en een pint met hen drinken in de kantine. Soms zijn ze misschien te kritisch, maar uiteindelijk betalen ze ook veel geld voor een volledig seizoen voetbal.” Hoe is de supportersclub ontstaan? “Red en White is opgericht op 9 juni 2010. De nood aan dergelijk initiatief kwam er in het eerste seizoen met Yves Van der Straeten aan het roer als trainer. We werden toen ingedeeld in een reeks met quasi allemaal Henegouwse clubs. Voorzitter Herman Nissens heeft na dat seizoen gezegd dat hij niet meer wou dat de supporters zo ver met hun eigen wagen moesten rijden om hun favoriete club aan het werk te zien. Daarop heb ik aan Bert De Meyer mijn intenties kenbaar gemaakt om een supportersclub op te richten en hij reageerde meteen enthousiast. Red en White werd niet opgericht uit winstbejag. Voor het geld dat de mensen neertellen, moeten ze naar mijn mening ook iets in de plaats krijgen. De eerste initiatieven waren een gratis inkomkaart voor de eerste en laatste verplaatsing en tijdens die laatste uitwedstrijd ook een cavabus in te leggen. In een later stadium zijn daar voor de vrouwelijke en mannelijke leden apart ook een Ladies Day en een mannenavond bijgekomen.We zijn gestart met een ledenaantal van 200, maar dat brokkelt af. Het leven wordt duurder, mensen letten meer op hun centen en dan laten ze hun lidgeld vallen. In het begin hadden wij ook veel meer jeugdspelers uit Berlare zelf en zij en hun ouders gingen geregeld mee op verplaatsing. Historisch gezien hebben wij als club die komt uit provinciale ook geen bustraditie. Een club als Eendracht Aalst krijgt elke uitwedstrijd zes à zeven bussen vol, maar wij komen rechtstreeks uit vierde provinciale.” Zorgt die wekelijks ingelegde bus er dan ook automatisch voor dat SK Berlare verhoudingsgewijs veel supporters kan optrommelen voor de uitwedstrijden? “Zeker. Andere clubs hebben ook al verteld dat ze graag met SK Berlare in dezelfde reeks ingedeeld worden. We staan zelfs bij sommige clubs bekend als het rood-witte legioen omdat we al met twee supportersbussen zijn afgekomen!” Blijven enkele verplaatsingen als memorabel in jouw geheugen gegrift staan? “Onder meer Racing Mechelen. Die ploeg speelde tegen ons kampioen, dus we konden met die mannen hun titel meevieren. Ook de eerste verplaatsing met cavabus zal ik mij altijd blijven herinneren. Dat was tegen Harelbeke en we wonnen daar met zware cijfers… 1-5 of 0-5, ik weet het niet meer precies. La Louvière was ook mooi. Niet alleen vanwege het Tivolistadion, maar ook omdat ze niet lang daarvoor bekerwinnaar waren en we daar met 1-2 zijn gaan winnen. Dat pakte mij toch op dat moment. Ik wil daarbij ook vermelden dat ik heel trots ben op SK Berlare en naar mijn mening moet iedere Berlarenaar fier zijn op de club. Er zijn weinig gemeentes als de onze die kunnen zeggen dat ze voor het negende seizoen onafgebroken in de nationale reeksen spelen! Daarbovenop zorgt de club voor een positief effect op de gemeente. Afgelopen zondag nog: veel supporters van Ronse zijn speciaal vroeg vertrokken om eerst nog het Donkmeer te bezoeken. Dankzij SK Berlare!” Zijn er daarentegen verplaatsingen die je liever niet meer doet? “In Wallonië hebben wij niets te zoeken, maar door die hervormingen is dat ook niet meer mogelijk dat wij met Waalse clubs in onze reeks zitten. Voor de rest hebben wij nooit negatieve ervaringen gehad. Kan ook eigenlijk niet. Onderling tussen onze supporters smeden die verplaatsingen vriendschapsbanden voor het leven. Ongelofelijk hoe je op een supportersbus zoiets kun losmaken. Het zou een ramp zijn moesten we degraderen en die verplaatsingen daardoor wegvallen. Je kan nog wel een bus inleggen naar bepaalde uithoeken van de provincie, maar voor de rest… (wordt stil) Nee, degradatie betekent waarschijnlijk het einde van de supportersclub. Ik hoop dat de spelers voor de supportersclub er alles aan gaan doen om zaterdag te winnen. De club hoort ook gewoon thuis in nationale. Het is een heel belangrijke dag voor de club.” Veel supporters willen voor de clash van zaterdag nog iets tegen de spelers zeggen. Niemand dan jij is beter geplaatst om het woord tot hen te richten. Wat wil je hen in naam van de SKB-supporter nog meegeven? “Kort maar krachtig: ga ervoor, speel voor die Puit op jullie borst en houd ons alsjeblieft in nationale!”
3 Comments
Morgen om 15u neemt SK Berlare het op tegen de vierde in stand, SK Ronse. Na een onverhoopte driepunter op Pepingen proberen de troepen van trainer Tim Bavré thuis voor 6 op 6 te tekenen, wat een opsteker zou zijn met een degradatiedrieluik voor de boeg met verplaatsingen naar Eendracht Wervik en KSK Vlamertinge en een thuismatch tegen Sporting Sint-Gillis-Waas. SK Berlare kan net als zolang geen beroep doen op de geblesseerden Younes Ayari en Bayram Cürükcü. Aan de ziekenboeg wordt nog een extra speler toegevoegd: Achraf Et-Takny, vorige week nog op de bank tegen Pepingen, sukkelt met een voetblessure. Preben Delclef was deze week wegens ziekte afwezig op training, maar hij haalt de wedstrijd van morgen. Voor middenvelder Gauthier Lauwers wordt het morgen een blij weerzien met zijn SK Ronse, waar hij vorig seizoen nog de kleuren van verdedigde. Coach Carl Deviaene moet heel wat jongens in de Vlaamse Ardennen achterlaten. Maar liefst drie spelers zijn geschorst, namelijk Brandon Delneste, Vincent Milito en Youssel El Ghouch. Voorts zijn Ritchy Detemmerman en en Thomas Boucart out door blessure. Topschutter Loïc Thissen, die al 12 keer de netten deed trillen voor de blauw-roden, is wel van de partij. Een opvallende naam bij de wedstrijdselectie is die van Zakari Lambo. Het gaat hier niet om de inmiddels 40-jarige Nigerese spits die vroeger nog in eerste klasse de netten van Eendracht Aalst deed trillen, maar wel om diens gelijknamige zoon, die vanwege de vele afwezigen een plaats vanuit de beloften in de selectie kon afdwingen. Hopelijk voor SK Berlare heeft hij nog niet de neus voor doelpunten van zijn vader.
Henri Munyaneza (32) is een mysterie: op het veld onberekenbaar, ernaast een persoon die op het eerste gezicht moeilijk in te schatten valt. Tijd om daar verandering in te brengen. We hadden deze week na de training een gesprek met een man met een rijk gevulde carrière, een drive om ondanks alles nog voor SK Berlare te presteren, maar bovenal: een man met een gouden hart. De sfeer binnen een spelersgroep kan op een week tijd nauwelijks meer omslaan. Zware ontgoocheling na Lede sloeg om in een vurig geloof na de wedstrijd op Pepingen. Er werd scherp, hard en met plezier getraind. Het was dan ook een goedlachse, maar vurige Henri Munyaneza die ons met plezier te woord stond. “Een verklaring voor het verschil in niveau kan ik niet geven, sorry. C'est le foot. De ene week gaat het tegen een op papier sterkere tegenstander super en de week ervoor totaal niet. Voetbal wordt echter niet op papier gespeeld. We beseffen maar al te goed dat we vanaf nu elk weekend voor de match van de waarheid staan…” De Rwandees steekt voor die remonte graag een pluim op de hoed van de trainer. “De coach heeft ons gevraagd om bij balverlies in blok te spelen en meteen druk te zetten op de tegenstander en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Enkel op die manier gaan we ons kunnen redden van de degradatie.” Degradatie. Een woord dat Munyaneza niet graag uitspreekt. “In mijn carrière ben ik nog nooit met mijn club gedegradeerd. Wel zat ik er een paar keer kort bij: nu helaas, maar ook bij Dender toen Johan Boskamp ons ternauwernood naar een veilige plaats loodste. Toen Dender het jaar erop naar tweede zakte, zat ik al bij Germinal Beerschot. Maar SK Berlare mag geen rekening houden met degradatie, dat mag gewoon niet gebeuren”, zegt hij zelfverzekerd. Avontuur in Tsjetsjenië Het was die periode bij Beerschot die het einde van Henri’s profcarrière inluidde. “Na de redding bij Dender besloot ik naar Het Kiel te trekken, maar daar moest ik mij twee keer laten opereren. De club besloot mij voor zes maanden uit te lenen aan Terek Grozny in Rusland. Iedereen denkt waarschijnlijk dat ik daar puur voor het geld ging, maar ze namen gewoon mijn loon van bij Beerschot over.” Het avontuur werd desalniettemin een beproeving op persoonlijk vlak. “Het was zwaar. Vrouw en dochter achterlaten, alleen op een appartement,… Je moet ook weten dat Rusland en zeker de regio Tsjetsjenië niet echt veilig was. Mensen werden gedood op straat en van zwarten houden ze al helemaal niet. Het leek mij dan ook beter geïsoleerd te leven daar en vooral niet te veel op straat te komen. Toch scoorde ik er in zeven wedstrijden drie doelpunten.” In die zes maanden was de grote baas van Terek Grozny ene Ramzan Kadyrov. De steenrijke Rus, die zeven jaar aan het roer stond bij Grozny, was de Tsjetsjeense president, maar hij droeg vooral een kwalijke reputatie mee. Zo werd hij onder meer verdacht van ontvoeringen en moorden. Zelf merkte de Berlaarse spits daar weinig van. “Ik sprak weinig tot niet met hem. Enkel op stage met Grozny zagen we hem geregeld, maar op mij kwam hij over als een eenvoudig man. Wat hij in zijn politiek en persoonlijk leven uitspookte, daar had ik echt geen zicht op. Ik was er om te voetballen en niets meer dan dat.” Bij zijn terugkeer naar België was Beerschot hem liever kwijt dan rijk. “Eerste klasse is een harde leerschool. Je bent er een nummer en de trainers praten zelden met je. Ja, enkel om te presteren, maar dat was het dan ook.” Toch eisten onder andere de operaties tijdens zijn Antwerps tijdperk zijn tol. “De club besloot mij uit te lenen aan mijn vorige club Dender, dat toen nog steeds in tweede speelde. Daar merkte ik dat mijn knieën kapot waren en geen twee trainingen per dag meer aankonden. Na dat seizoen besloot ik te kappen met profvoetbal. Het ging gewoon niet meer.” Toch mag Munyaneza over zijn carrière niet klagen. “Ik heb in eerste klasse mogen spelen en ik heb mijn land mogen vertegenwoordigen op de Afrika Cup van 2004 in Tunesië. Ik was amper 19 jaar en speelde op dat moment bij Eendracht Aalst, nadat ik van Denderhoutem kwam. Een unieke ervaring. Ik speelde samen met onder meer Hamad Ndikumana van AA Gent en Désiré Mbonabucya van Sint-Truiden. De club nam mij mijn deelname echter niet in dank af. Mijn spitsbroeder bij de Ajuinen, Abdoulaï Demba, kwam daar voor Mali uit en dus zat Aalst kort na Nieuwjaar zonder spitsen.” De kracht van de kleedkamer Na zijn profcarrière belandde Munyaneza via WS Woluwé en Sint-Niklaas in het Puitenstadion, waar hij aan zijn vierde seizoen bezig is. Dat hij het statuut van profvoetballer bereikt heeft en daardoor misschien door spelers en trainers van de tegenstander geviseerd wordt, ervaart hij niet als een nadeel. “Eigenlijk valt dat allemaal best mee. Ik heb nooit het gevoel gehad dat een trainer van de andere ploeg zijn spelers opgedragen heeft om twee of drie man op mij te plakken. En moest dat zo zijn, dan is dat zijn eigen keuze. Dan maak ik wel ruimte voor mijn medemaats, simpel. Met zulke spelletjes zijn eerder de supporters van de tegenpartij bezig. Ik speel nu echter bij Berlare. De waarheid van het voetbal ligt hem in wat er vandaag gebeurt, niet in het verleden, dat is voorbij. Ik probeer mij van de opmerkingen van die supporters af te schermen en focus mij op mijn wedstrijd.” Moeilijker heeft de aanvaller het wanneer de kritiek van de eigen supporters komt. “Tuurlijk raakt mij dat enkele van de eigen supporters mij op de korrel nemen! Ik ben in de eerste plaats een mens, geen machine. SK Berlare heeft nochtans prachtige fans! De enige manier waarop we samen uit de degradatienood kunnen raken, is door aan één zeel te trekken. Dat wil zeggen: wanneer het slecht gaat, niet gaan zeggen dat het aan speler X of Y ligt. We hebben op Pepingen een hoog niveau gehaald en we gaan gewoon alles eraan doen om dat niveau de komende vijf matchen te herhalen. Meer kunnen we niet doen. Ik heb daar mijn eigen theorie over. Wanneer een ploeg goed draait, komt daar volk op af. Scouts en supporters gaan zeggen: die en die speler zijn heel goed. De andere zijde van de medaille is dat wanneer een ploeg niet draait alles aan de spelers slecht is, terwijl iedereen met dezelfde motivatie nochtans aan een match begint. Geloof mij, ik geef mezelf elke wedstrijd voor de volle 200%, maar soms lukt het gewoon niet om een hoog niveau te halen. Ik ken maar twee spelers op deze aardbol die 30 matchen op een hoog niveau kunnen presteren: Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. Ik begrijp de supporters hé! Iedereen verwacht veel van mij gezien mijn verleden, maar mijn verleden is geen garantie om 40 doelpunten te maken in deze reeks.” Op zijn 32-jarige leeftijd is Munyaneza in de herfst van zijn carrière aanbeland. Voor hem is het recept om tot succes te komen heel simpel: “Een goede kleedkamer is belangrijk. Toen we met Dender van derde naar tweede promoveerden, werd die geleid door Koen Persoons. Het seizoen nadien in eerste was er ook veel ambiance en kwam ik goed overeen met onder meer Norman Sylla. En ook nu bij Berlare is er een schitterende sfeer. Ik mag mijn periode bij die twee clubs toch wel als de mooiste uit mijn carrière beschouwen, alleen al vanwege het plezier in het voetbal dat ik daar heb mogen ervaren.” Antwerpen als haven van rust Voor twee spelers heeft de Rwandees een goed woordje over. "Tijdens mijn periode bij SK Berlare zal ik mij altijd Lorenzo Heirwegh herinneren. Echt een supergoede speler! In mijn profperiode is dat Sherjill MacDonald, mijn toenmalige ploegmaat bij Germinal Beerschot. Wat explosiviteit betreft, kende hij zijn gelijke niet, pff! Op training liet hij fantastische dingen zien. Jammer dat het er niet altijd tijdens de wedstrijden uitkwam.” Al sinds zijn jeugdjaren heeft Henri zich in België gevestigd. Ondertussen heeft hij al in heel Vlaanderen geleefd: begonnen bij de jeugd van RWDM, nadien een Oost-Vlaamse passage bij onder meer Eendracht Aalst en Dender, gevolgd door Limburg (Sint-Truiden) en Antwerpen (Germinal Beerschot). In die laatste stad woont hij nu nog steeds. “En die draagt ook mijn voorkeur weg. Een grote stad waar ik rustig kan leven, daar kan ik van genieten. Aalst en Denderleeuw waren wel rustig, maar klein, Sint-Truiden had ook zijn charmes en Brussel was dan weer een verschrikking! Groot en druk! Neen, geef mij dan maar Antwerpen, waar het leven relatief kalm zijn gangetje gaat.” SK Berlare maakt vanavond de zware verplaatsing naar het Pajottenland waar FC Pepingen, derde in de stand, partij wordt gegeven.
Coach Geert Criquielion heeft voor vanavond met positieve selectieproblemen te kampen. Hij recupereert namelijk met Vandenbrande en Heyvaert twee spelers die vorige week geschorst waren. Enkel Verhaeghe moet de partij aan zich voorbij laten gaan, terwijl achter Lheureux en Van der Wilt een vraagteken staat. Spelmaker Damien Miceli en topschutter Boris Kudimbana (foto) zijn ook van de partij. Die laatste verzilvert zijn sterk seizoen met twaalf doelpunten en vijf assists met een transfer naar KSV Temse. Bij de bezoekers keert enkel de geelgeschorste Gauthier Lauwers terug uit schorsing. Younes Ayari en Bayram Cürükcü zijn nog steeds out. SK Berlare, nog steeds verwikkeld in de degradatiestrijd, probeert vanavond een einde te maken aan de laatste 1 op 12, waarbij de 1-5-nederlaag van vorige zaterdag een stimulans moet zijn om vanavond revanche te nemen. “Wanneer je niet in de match zit, is het minste wat je kunt doen alles voor de ploeg geven”3/15/2017 Na een seizoen vol blessureleed is Yoran Heirewegh (20) in dit moeilijke seizoen opgestaan als een van de groeibriljanten van het huidige SK Berlare. Tijdens de wedstrijd kijkt hij niet op een kilometer meer of minder. Een eigenschap die de supporters maar wat graag appreciëren, getuige zijn verkiezing tot beste speler van de tweede speelronde. Vorige zaterdag leden we een pijnlijke 1-5-nederlaag tegen Jong Lede. Niemand in de spelersgroep had daar waarschijnlijk rekening mee gehouden? Heirewegh: “Nee, tuurlijk niet. We moesten deze wedstrijd absoluut winnen om een goede zaak in het klassement te doen. Iedereen in de spelersgroep en de trainersstaf had nochtans het gevoel klaar te zijn voor deze wedstrijd, maar het was weer een wedstrijd zoals zovele dit jaar waarin het absoluut niet meezat.” Tijdens de rust moeten we altijd met een voorsprong de kleedkamer ingaan, wat maakt dat de einduitslag niet de juiste weergave van het spelbeeld was. Toch wordt na de match enkel naar de naakte cijfers gekeken. Hoe is die afstraffing dan toch tot stand gekomen? “Op cruciale momenten ontbrak het ons aan scherpte in alle linies. We wonnen ook te weinig duels, raapten weinig tweede ballen op, we maakten onze kansen niet af,… Tel daarbij op dat zij uit elke doelrijpe kans een doelpunt wisten te puren en dan kom je tot deze harde realiteit.” De sfeer in de kleedkamer daalde tot onder het vriespunt. “Klopt. Iedereen was zwaar teleurgesteld en kwaad. Logisch ook, want het resultaat voelde als een vernedering aan.” Is er nog geloof in de redding? “(zelfverzekerd) Ja! Deze week hebben we in de kleedkamer de koppen bij elkaar gestoken, een goed gesprek gehad en we moeten er gewoon nog in geloven, anders blijven we beter gewoon thuis.” De volgende wedstrijd kondigt zich als moeilijk aan: een verplaatsing naar FC Pepingen, dat hier in de heenronde met 0-3 kwam winnen. “Hoewel we weten dat het een lastige klus wordt, gaan we als één hecht blok naar daar en we geloven wel dat we daar iets kunnen rapen. Pepingen is wel een complete ploeg, de beste tegen wie we naar mijn mening al gespeeld hebben dit seizoen. In de heenmatch werden we dan ook totaal overklast. Op Ingelmunster bewezen we echter dat we onze voet naast de toppers kunnen zetten. Alleen misten we daar wat geluk om met een goed resultaat naar huis te gaan, voornamelijk in de afwerking.” Kun je je parcours van de jeugd tot nu bij SK Berlare schetsen? “Tot de U12 was ik aangesloten bij Vigor Hamme, waarna ik voor twee seizoenen naar SK Beveren trok, toen ze nog in tweede klasse speelden net voor ze de fusie met Waasland aangingen. Toen besloot ik naar Lokeren te gaan om mijn opleiding te vervolledigen, maar toen ik doorhad dat ik niet verder dan de beloften kon raken, besloot ik twee jaar geleden naar SK Berlare te gaan. Ik hoorde viavia dat SK Berlare een goede club voor mij zou zijn en na een goed gesprek met Bert De Meyer besloot ik hier mijn eerste stappen in een A-kern te zetten, hoewel ik ook naar andere clubs kon zoals bijvoorbeeld Sint-Niklaas.” Vorig seizoen was jouw eerste seizoen in de A-kern, maar dat ging quasi volledig de mist in door een zware blessure. “Klopt, meer bepaald een blessure aan de patellapees. Het was best wel zwaar aangezien ik voortdurend herviel. Twee trainingen meedoen, waarna ik opnieuw herviel enzo… Om komaf te maken met die blessure besloot ik een lange revalidatie te ondergaan met onder meer schoktherapie, waardoor ik ook de voorbereiding en het begin van de competitie aan mij voorbij moest laten gaan. Een jaar om snel te vergeten…” Ondanks het blessureleed haal je dit seizoen nochtans een hoog niveau, getuige daarvan de eerste plaats in de verkiezing van supportersclub Red en White tot beste Berlarenaar van de tweede seizoensronde. Wat doet dat met een jonge speler om zo gewaardeerd te worden door de eigen aanhang? “Dat is heel leuk om te horen. De steun na zo een jaar vol blessures doet mij veel deugd. Mijn band met de supporters is heel goed en ik maak graag plezier met hen. Dit is het eerste seizoen waarin ik eindelijk kan tonen wat ik in mijn mars heb en dat ik daar zo snel voor beloond word met die bekroning, maakt mij gelukkig.” Veel spelers zouden hun goede vorm misschien verzilveren met een transfer, maar je was een van de eersten om bij te tekenen. Wat maakt dat die keuze om hier te blijven zo makkelijk was? “Ik voel mij goed bij SK Berlare. Spelers, trainers, supporters steunen mij enorm. Ik ben ook enorm dankbaar voor de kansen die ik bij deze club gekregen heb. Het heeft dan ook geen moment door mijn hoofd gespeeld om volgend seizoen andere oorden op te zoeken.” Wat zijn jouw kwaliteiten als speler? “Mijn mentaliteit is mijn grootste kwaliteit. Wanneer je beseft dat je niet in de match zit, is het minste wat je kunt doen alles voor de ploeg geven. Op technisch vlak is ballen recupereren mijn sterke punt en die nadien goed inspelen op een ploegmaat om niet meteen balverlies te lijden.” Geen sterke punten zonder werkpunten uiteraard. Kun je die eens opnoemen? “Meer rust aan de bal brengen en vooral – en dat is het stokpaardje van de trainer – meer coachen op het veld.” Dat moet niet evident zijn om op jouw jonge leeftijd spelers als Preben Delclef, Gauthier Lauwers en Henri Munyaneza, die jarenlang op een hoger niveau gespeeld hebben, instructies te geven. “Toch wel hoor, want de spelersgroep aanvaardt het wanneer ze gecoacht worden, zelfs al is dat door een jonge speler als mij. Ik heb daarover met de trainer al gesprekken gevoerd. Hij vindt dat de centrale as, en zeker de positie van verdedigende middenvelder, de ploeg sturing moet geven. Naar zijn mening maakt leeftijd niet uit en is het niet omdat ik een jong manneke ben dat pas komt piepen dat ik mij niet moet laten gelden.” We gaan het gesprek eindigen met een positieve noot voor de supporters. Zij hebben na zaterdag een slag van de hamer gekregen. Welke boodschap kan jij vanuit de spelersgroep meegeven waarom SK Berlare alsnog niet zakt? “Na het groepsgesprek deze week hebben we met z’n allen gezworen nog meer voor elke meter te knokken. Het is nog niet voorbij, want we hebben nog matchen tegen rechtstreekse concurrenten voor de boeg en we beseffen dat daar geen excuses meer gelden. Het geloof in de redding is zeker nog aanwezig!” Do-or-die, een zespuntenwedstrijd, pompen of verzuipen. De huizenhoge cliché's mogen voor vanavond weer uit de kast gehaald worden. Feit is dat SK Berlare vanavond voor een rechtstreeks degradatieduel staat, waarin de Puiten en tegenstander Jong Lede slechts één punt van elkaar verwijderd zijn.
Onder coach Tim Bavré werd de laatste weken verzorgd gevoetbald waardoor SK Berlare in het spelbeeld vaak minstens de evenknie was van op papier betere tegenstanders. Helaas ontbeerde het de rood-witten aan uitgespeelde kansen en doelpunten. Voor vanavond kan de trainer niet rekenen op aanvallende middenvelder Gauthier Lauwers, die geelgeschorst op het strafbankje zit. Daarnaast is er nog steeds geen spoor van de langdurig gekwetsten Younes Ayari en Bayram Cürükcü. KVC Jong Lede moet het cruciale duel vanavond zonder de geblesseerde verdediger Gilles Deriemaecker en middenvelder Samba Ly aanvatten. Verder is Nicolas Van Peteghem twijfelachtig. Trainer Fanno Nijst kan wel een beroep doen op zijn topschutter Robin Nelis (foto). Het jeugdproduct van Eendracht Aalst debuteerde bij de Ajuinen in 2e klasse onder trainer Chris Janssens en vergaarde nadien speelminuten bij onder meer RC Lebbeke. Nu staat de teller van de jonge spits op 14 doelpunten. Vanavond organiseert SK Berlare voor deze derby zijn voorlaatste footlunch van het seizoen. We mogen dus rekenen op extra veel volk die de spelers naar de broodnodige drie punten moeten leiden. Vanavond wordt het een rood-witte avond! Forza SKB! SK Berlare speelt vanavond om 19u zijn tweede wedstrijd onder leiding van coach Tim Bavré. Na de puntendeling tegen FC Lebbeke trekken de Puiten naar vice-leider OMS Ingelmunster. Coach Lieven Gevaert kan voor deze wedstrijd op een nagenoeg volledig fitte kern rekenen. Enkel Jelle De Schrijver moet passen voor dit duel en Michiel Clyncke is onzeker. Hoewel Ingelmunster een thuiswedstrijd mag spelen tegen een ploeg in degradatie, zijn de West-Vlamingen toch op hun hoede. Voor de Berlaarse verdediging wordt het vanavond geen sinecure om het aanvalsgeweld van de titelkandidaat af te stoppen. Aanvallers Thor Laleman en Vince Geryl deden respectievelijk maar liefst 19 en 14 keer de netten trillen. Laleman (foto, tijdens zijn periode bij Hamme) bewees in het verleden al vaker zijn neus voor doelpunten. De 27-jarige spits, die onder andere zijn opleiding genoot bij het Duitse SC West Köln, was zes jaar geleden nog basisspeler bij de toenmalige tweedeklasser KV Oostende. Na een dispuut met trainer Thierry Pister belandde hij in de B-kern en remden blessures zijn doorbraak af, waarna hij zijn geluk ging beproeven bij Coxyde, VW Hamme en nu dus Ingelmunster. Een andere opvallende naam bij de thuisploeg is die van Jonas Vandermarliere, die op enkele jaren ervaring in eerste klasse mag terugblikken bij Zulte-Waregem. De Berlaarse coach Tim Bavré kan vanavond nog steeds niet rekenen op de geblesseerden Bayram Cürükcü en Younes Ayari. Maarten De Graef werd deze week geveld door een buikgriep en is nog onzeker.
|
Archieven
Oktober 2019
Categorieën
Alles
|