Komende zaterdag staat in de derde amateurklasse A de topper tussen RFC Wetteren en KFC Merelbeke op het programma. Bij winst komen de Wetteraars op gelijke hoogte van de bezoekers, die al geruime tijd aan de kop van het klassement prijken. Normaal gezien werd het ook een treffen tussen Yoran Bliki en Jordi Van Laere, twee voormalige jeugdspelers van SK Berlare. Een blessure bij die laatste gooit echter roet in het eten, maar dat weerhield ons er niet van om met beiden vooruit te blikken naar komend weekend. Yoran Bliki (RFC Wetteren): "Johnny Verhofstadt geloofde hard in mij" "Bij Wetteren speel ik als verdedigende middenvelder, op posities 6 en 8. Door een hoge blessurelast mocht ik het vorige seizoen geleidelijk aan doorschuiven van de beloften naar de A-kern, waarna ik zelfs eens in de basis mocht starten. Op mijn achttiende schotelde Wetteren mij mijn eerste contract voor. Van stress voor de topper is er voorlopig nog geen sprake. Iedereen binnen de spelersgroep kijkt enorm hard uit naar zaterdag, aangezien we revanche willen nemen voor de heenmatch, toen we op Merelbeke verloren en daar twee rode kaarten slikten. Dat we bij winst samen aan de kop staan, houdt ons niet bezig. Het enige wat telt, zijn de drie punten pakken elke week en dan zien we wel waar we in het klassement op het einde van de rit stranden, al hopen we uiteraard dat dat plaats één zal zijn. Met nog zes wedstrijden voor de boeg zou het echter te voorbarig zijn om de komende wedstrijd als beslissend voor het kampioenschap te ervaren. De meeste memorabele wedstrijd bij RFC Wetteren tot nu toe is toch wel de winst op KVV Zelzate enkele weken geleden. Na een pittige wedstrijd slaagden we erin om in de laatste minuut het winnende doelpunt te maken. Een moment van pure blijdschap! Aan SK Berlare, waar ik van mijn 6e tot mijn 14e aangesloten was, houd ik nog goede herinneringen over, vooral aan trainer Johnny Verhofstadt, die al enkele jaren gestopt is als coach. Op zeer jonge leeftijd geloofde hij enorm hard in mij en hij gaf mij een heel jaar lang veel vertrouwen. Mede dankzij hem heb ik nadien de overstap kunnen maken naar Eendracht Aalst, waar ik twee seizoenen bleef, alvorens de overstap naar RFC Wetteren te maken." Jordi Van Laere (KFC Merelbeke): "Veel geleerd van papa als jeugdtrainer"
"Bij aanvang van dit seizoen speelde ik bij KAV Dendermonde in eerste provinciale, maar daar stuitte ik op een coach die niet echt geloofde in de jeugd, waardoor ik nooit een waardige kans gekregen heb om mij te bewijzen. Na een telefoontje van Merelbeke, dat toen twee van hun spitsen zwaar geblesseerd zag uitvallen, heb ik geen seconde getwijfeld en ik heb mij mijn overstap ook nog geen moment beklaagd! Ondanks de tegenvallende resultaten de laatste twee weken heerst er in onze spelersgroep een heel goede sfeer. Tegen Svelta Melsele vorige week moesten we gezien onze kansen altijd winnen. Voor zaterdag is iedereen 100% gemotiveerd. Het is naast een topper ook een derby en dat maakt het allemaal wat specialer. Zoals iedere week zal iedereen er zijn hoofd voorleggen. Zelf kan ik er jammer genoeg niet bij zijn wegens een blessure aan de mediale band en een kneuzing aan het bot. Als speler kan ik de jongens niet aan de overwinning helpen, dus dan zal ik mijn uiterste best doen als supporter. Dat de beste moge winnen! Twee dingen maken voor mij de confrontatie met Wetteren extra speciaal. Aan de ene kant was ik er ook zes jaar lang jeugdspeler, toen de club nog Standaard Wetteren heette. Daarnaast hoop ik Tim Bavré terug te zien, die mij in het eerste elftal van SK Berlare volop kansen en vertrouwen gaf, waardoor ik echt beginnen groeien ben als voetballer. Ik ben blij dat hij opnieuw een job in het voetbal heeft gevonden, ook al is het als jeugdcoördinator, want in mijn ogen heeft hij zeker de kwaliteiten om een eerste elftal te leiden. Naar mijn periode als jeugdspeler bij SK Berlare kijk ik met veel plezier terug, vooral het ene jaar dat mijn papa ook mijn coach was. Van hem heb ik heel veel bijgeleerd en nu nog geeft hij mij veel tips en verbeterpunten om mij scherp te houden. Het is een geluk voor mij dat hij als voormalig profvoetballer heel veel van voetbal weet en zo mijn carrière kan begeleiden."
0 Comments
Vorig seizoen kwam hij piepen, maar dit seizoen bevestigt Jordy De Meyer zijn talent. De aanvallende middenvelder, rechtstreeks vanuit de Berlaarse jeugd in de A-kern gedropt, blikt terug op SKB anno 2018.
De competitie is net over halfweg. Hoe kijk je terug op de heenronde? Jordy De Meyer: "Heel tevreden toch wel, omdat de ploeg collectief enkele mooie prestaties heeft geleverd en omdat ik van de trainer veel speeltijd heb gekregen. Zolang ik zijn vertrouwen in mij niet beschaam, sta ik elke week paraat!" Hoe bevalt de mix van zeer ervaren spelers met de piepjonge bende? De Meyer: "De ideale mix tussen jong en oud lag aan de basis van - naar mijn persoonlijke mening - de beste sfeer in de spelersgroep in jaren! Dankzij onze jeugdigheid zit er veel vreugde en energie in ons spel. De meer ervaren spelers leren ons de knepen van het vak en steunen ons wanneer het nodig is." Merk je aan de tegenstanders dat SK Berlare aan het begin van het seizoen als degradant uit eerste provinciale één van de te kloppen ploegen uit de reeks is? De Meyer: "Berlare werd voorafgaand als favoriet getipt en je merkt dat inderdaad aan de tegenstanders. Iedereen verwacht dat wij het spel gaan maken, Het is geen cadeau dat wij die status verworven hebben, want we treffen opnieuw elke week andere ploegen en moeten om de twee weken naar velden waar we nog nooit gespeeld hebben." Vorig seizoen beleefde je jouw vuurdoop in eerste provinciale. De Meyer: "De laatste wedstrijden van vorig seizoen was ik er inderdaad geregeld bij. Het niveauverschil tussen beide reeksen merk je wel en er wordt ook totaal anders gespeeld. Ons prioritair doel is om met SK Berlare zo snel mogelijk naar daar terug te keren." Dit seizoen waren onze resultaten soms wisselvallig. Een 4-1 thuis tegen SK Grembergen werd afgewisseld met een 4-1 op Heikant Zele. Waaraan is dat te wijten? De Meyer: "Wisselvallig vind ik een groot woord. Tot aan onze 10e wedstrijd op leider Red Star Haasdonk hadden wij nog niet verloren. Nadien is het inderdaad wat bergaf gegaan, maar wat iedereen wel gezien heeft, is dat we voor geen enkele ploeg in onze reeks moeten onderdoen. Hoe komt het dan dat wij niet aan de leiding staan? Onze jeugdigheid zal ons misschien wel punten gekost hebben, maar doordat iedereen veel van SK Berlare verwacht, moeten wij elke week die verwachtingen inlossen, hoe jong we dan ook mogen zijn." Welke ambities mag SK Berlare koesteren in 2019? De Meyer: "De tegenstanders zullen ons in 2019 niet anders bekijken dan in 2018, maar we moeten blijven geloven in de kwaliteiten die we hebben. Met minder dan een plaats bij de eerste drie mogen we niet tevreden zijn!" Roberto Carlos en Marcelo zijn zijn grote voorbeelden. Alle niveau’s in acht genomen hebben zij en Maarten De Graef, bezig aan zijn derde seizoen in het Puitenstadion, veel gemeen: aanvallend sterk, een goede trap in de benen en ze bewijzen dat je niet groot moet zijn om grootse dingen te verwezenlijken. We hadden de eindejaarsfeesten nog niet goed verteerd of de eerstkomende wedstrijd op Eendracht Aalter (3-2 verlies) stond al op het programma. Kwam die eigenlijk niet te vroeg? De Graef: “Nee, want we hebben toch zeker een week tijd gehad om de hoofden vrij te maken na de laatste weken. Iedereen had een goed gevoel om die wedstrijd aan te vatten en ik overdrijf niet als ik zeg dat wij op Aalter onze beste eerste helft van het seizoen gespeeld hebben. Maar dan kom je de kleedkamer uit en zie je dat we er toch weer in slagen om die goede eerste helft in de vuilbak te gooien. Waaraan ligt dat? Laksheid? Op den duur weet je het zelf ook niet meer. Feit is wel, en daar heeft de coach ons tijdens de rust op gewezen, dat Aalter vanaf minuut 40 het geweer van schouders heeft veranderd: ze schakelden over van een 3-4-3 naar een 4-3-3 en speelden defensiever. Wij vingen hun aanvallen in het begin van de wedstrijd uitstekend op en kregen daardoor ook meer ruimte op het middenveld. Door hun omschakeling verloren wij daar ook de grip en slaagden we er niet meer in om er nog uit te komen. En als je in de hoek zit waar de klappen vallen, dan zit het ook volledig tegen. De twee eerste kansen van Aalter waren meteen prijs. Het is vergelijkbaar met onze wedstrijd tegen Zelzate en Elene-Grotenberge, waar we minder speelden, maar in een zodanige flow zaten dat we toch twee keer een goed resultaat konden halen. Het is frustrerend op deze moment, want deze periode doet ons weer aan vorig seizoen terugdenken.” De wedstrijden tegen Zelzate, Elene-Grotenberge en De Pinte liggen in het vooruitschiet. Dat brengt natuurlijk extra druk mee voor de match van komende zondag tegen Sint-Gillis-Waas, de laatste in de stand. “Hun plaats in het klassement zegt voor ons niets, want we kennen hen als ons zwarte beest. Vorig seizoen eindigden zij ook helemaal achteraan, maar speelden we daar maar gelijk en wonnen we thuis met moeite in de slotseconden. Ik vrees dat het nu niet anders zal zijn. Knokken tot de laatste minuut, want zij hebben ook de punten broodnodig. Daarentegen moeten we ook geen schrik hebben voor ons programma. Thuis tegen De Pinte verloren we weliswaar met 1-3, maar hadden we 70% balbezit. Niet dat wij die avond super waren, maar we zetten enorm veel druk naar voren. Alleen deed die ploeg mij denken aan de onze twee jaar geleden in ons boerenjaar in derde amateurliga: een goed blok zetten en er efficiënt uitkomen, wat resulteerde in vier kansen en drie doelpunten. Bij ons knelt het schoentje vanaf het moment dat wij aan de zestien meter komen: de laatste pass is slordig, de flankvoorzet is slecht, de aansluiting is er niet,… Want voetballend zijn we zeker goed genoeg. Tel daarbij op dat wij nog iets te makkelijk doelpunten slikken en dan weet je waarom we elfde staan.” We hebben het al minstens een keer opgenomen tegen elke tegenstander. Waren er die indruk op jou maakten? “Hoewel we er thuis misschien onverdiend van wonnen, vond ik Zelzate er met kop en schouders bovenuit steken. Ik verwacht dan ook dat die los kampioen zullen worden. Mijn individuele tegenstanders vergeet ik eigenlijk snel, zeker na een nederlaag (lacht). Maar Jasper Buyl van KAV Dendermonde vond ik wel een goeie. Een heel veelzijdige speler, die mij qua speelstijl aan Lorenzo Heirwegh deed denken. Hij kan diepgaan, want heeft snelheid, maar evenzeer vraagt hij de bal in de voet en maakt hij een actie. Daarnaast wisselt hij ook vaak van positie. Dat maakt het als tegenstander moeilijk om je daarop in te stellen. Iemand die bijvoorbeeld enkel diep gaat, moet je een hele match op dezelfde manier aanpakken.” Welke ambities mogen we nog koesteren dit seizoen? “Laat ons eerst maar eens beginnen met de drie punten tegen Sint-Gillis-Waas, want we mogen niet vergeten dat Voorde en wij een wedstrijd meer hebben gespeeld dan de rest. De ploegen onder ons reppen zich ook: Sottegem staat maar net onder ons, KAV Dendermonde heeft vorig weekend ook Zele geklopt, dus die komen er ook aan. De resterende drie wedstrijden in de tweede periode moeten we vooral proberen om opnieuw in de flow van het begin van het seizoen te komen. En een SK Berlare met vertrouwen kan dan misschien nog een rol van betekenis spelen in de derde periode, wie weet.” Hoe is jouw carrière tot nu toe verlopen? “Ik ben begonnen op mijn 5e bij Eendracht Zele bij de Duiveltjes. Drie jaar later ben ik dan naar Lokeren overgestapt, waar ik in de nationale reeksen mocht spelen. Toen ik mijn eerste jaar naar de unief ging, kon ik mijn studies niet meer combineren met vier avonden per week trainen. Om het tot de eerste ploeg of beloften te schoppen, was ik trouwens ook niet goed genoeg, dus dan was de keuze snel gemaakt om terug naar Zele te gaan. Daar heb ik vijf jaar ups-and-downs meegemaakt: gezakt naar eerste provinciale, los kampioen geworden met meer dan 70 punten, het jaar nadien nipt de degradatie vermeden in vierde, om daarna kampioen te worden en naar derde te stijgen, waarna we weer degradeerden. Toen ben ik naar SK Berlare gekomen, waar ik nu mijn derde seizoen ben.” Los kampioen worden met Eendracht Zele in eerste provinciale, het is iets waar wij niet meer van moeten dromen. Wat had die ploeg wat de onze mist? “(blaast) Goalgetters denk ik. Bij Zele waren er drie à vier spelers met tien doelpunten of meer, terwijl bij ons Xavier Deschacht zijn teller op elf doelpunten staat, maar daarna moeten we al gaan zoeken bij jongens als Gauthier Lauwers, Preben Delclef en Toon Van Acker, met elk drie à vier doelpunten achter hun naam. We krijgen kansen genoeg, maar we missen meerdere spelers die uit halve kansen een doelpunt kunnen puren. Na onze 13 op 15 kregen we compactere ploegen voorgeschoteld, waartegen we onze tanden stukbeten, maar wel eenvoudig tegengoals slikten op de counter. Misschien speelden we te naïef, maar we hebben nu eenmaal de spelers om zo offensief te spelen. Fysiek spel en duelkracht is niets voor ons.” Hoe typeer je Peter als trainer?
“We hebben een redelijk oude ploeg, veel jongens met ervaring, die het klappen van de zweep kennen. Ons leren voetballen is niet meer nodig, maar de sfeer op en naast het veld primeert wel. Peter bezit de gave om die spelers zich goed in hun vel te laten voelen. Hij zet zich boven de groep, maar luistert veel naar de spelers. Hij deinst er niet voor terug om spelers voor een volle kleedkamer individueel op hun fouten van de vorige wedstrijd te wijzen, maar toch accepteert deze groep dat. Helaas heeft hij met de resultaten nog niet veel geluk gehad, want de groep staat echt wel achter hem, ook voor komend seizoen.” En zal dat met Maarten De Graef ook zijn? “Ik wil zeker bij SK Berlare blijven! Door het overlijden van de voorzitter is de club echter in een machtsvacuüm terechtgekomen, waardoor het voor alle spelers nog koffiedik kijken is. Herman was niet altijd fysiek aanwezig, maar je voelde toch dat hij deze club trok. Maar een goede groep is leidend om iedereen aan boord te houden en ervoor te zorgen dat er per seizoen maar een paar verschuivingen in de ploeg zijn. Ik merk toch dat dat hier het geval is.” In de meeste individuele verkiezingen zijn het de aanvallers die met de prijzen gaan lopen. In de verkiezing van “Meest verdienstelijke speler van het seizoen” eindigde je vorig seizoen als derde. Vanwaar komt die sterke band met de supporters? “Goh, ik denk dat daar twee redenen voor zijn. Allereerst ben ik een jongen van de streek. Daarnaast vind ik het plezant om na de wedstrijd te babbelen met de supporters. Zij hebben tenslotte betaald om naar ons te komen kijken, soms in een echt hondenweer. Tijdens mijn schorsing tegen Voorde was het ijskoud die avond en stond ik langs de zijlijn te bibberen. Dan sta je toch sneller stil bij de opofferingen die de supporters maken voor ons, zeker bij een verliesmatch. Ze blijven ons toch maar uit en thuis steunen, terwijl ze evengoed thuis in hun zetel naar de Premier League op tv konden kijken. De uitwedstrijden zijn ook altijd leuk: telkens gaat er een grote vaste kern supporters mee, waardoor we vaak met evenveel zijn als de thuisploeg.” Is er een linksachter waar je naar opkijkt? “Vroeger was ik een enorme fan van Roberto Carlos! Zoals die op een bal kon trappen! Net als mij is hij ook niet van de grootste. (lacht) Misschien is hij zelfs nog kleiner dan mij. Bij de hedendaagse linksachters spreekt Marcelo mij wel aan. Zowel Roberto Carlos als Marcelo zijn aanvallende linksachters. Ik probeer dat ook te zijn, want in het voetbal van vandaag moet je als linksachter ook aanvallende kwaliteiten hebben. Vroeger moest je bij wijze van spreken aan de tegenstander plakken: ging hij naar de wc, dan ging je desnoods mee, maar dat gaat nu niet meer. Dat ze beiden een nauwe band hebben met Real Madrid heeft daar weinig mee te maken, want ik ben eerder Barça-fan.” Hij is klein, snel en maakt zijn tegenstanders het leven zuur. Een gesprek met Kenzo Deswert, de Berlaarse Speedy Gonzales, die met SK Berlare dit seizoen hoge ogen wil gooien. Vorige zaterdag werd met 1-3 verloren van JV De Pinte. Een onverwachte nederlaag? Deswert: “Zeker en vast. We wilden voor onszelf en voor de supporters een goede prestatie neerzetten. We beginnen zelfs heel goed aan de wedstrijd en krijgen de beste mogelijkheden. Jammer genoeg valt het doelpunt niet en dan weet je dat je op een gevaarlijke counter van De Pinte kan botsen. Wat dan ook gebeurde. 0-1 bij de rust en dan weet je dat het moeilijk wordt om tegen deze ploeg minstens twee keer te scoren in 45 minuten. Na de gelijkmaker zijn we blijven druk uitoefenen, maar in plaats van het bevrijdende doelpunt te scoren, worden we koud gepakt op de counter. In zulke wedstrijden moet ook het geluk een beetje meezitten.” Zondag volgt de herkansing tegen Eendracht Appelterre. “En daar moeten we als groep revanche nemen! Hoe je het ook draait of keert: we hebben een hele goede ploeg en dit seizoen moeten we aan de top meedraaien. Met minder dan de drie punten zijn we niet tevreden.” Is de groep mentaal sterk genoeg om na zo’n tegenslag meteen terug te knokken? “Tuurlijk. We hebben vorige maandag de wedstrijd van zaterdag geanalyseerd en de conclusie is dat we toen niet de mindere ploeg waren en dat we zelfs de betere kansen hebben gekregen. Als we in de zone van de waarheid het hoofd koel hadden gehouden en onze kansen beter afwerkten, hielden wij de drie punten altijd thuis.” Wat vind je van het onderlinge niveau van de ploegen in deze reeks? We hadden het nog in geen enkele match onder de markt, hoewel we tegen zowel topploegen, middenmoters als staartploegen speelden? “We wisten dat de start cruciaal ging zijn voor de rest van ons seizoen. Meteen naar KAV Dendermonde was geen cadeau: eerste speeldag, een derby, iedereen speelt met het mes tussen de tanden. We hebben het tot nu toe heel goed gedaan, al zullen er steeds werkpunten zijn na elke wedstrijd. De intensiteit van de tackles stoot mij vaak tegen de borst. Veel spelers deinzen er niet voor terug om vol voor de harde tackle te gaan.” Ben je gelukkig bij SK Berlare? “Het is niet evident om bij een club te arriveren die net een degradatie achter de rug heeft, maar ik voelde mij meteen aanvaard door de spelersgroep, die overigens heel hecht aan elkaar vasthangt. Het stageweekend in Koksijde heeft daar zeker een positief effect op gehad. Ik was wel geschrokken van de steun van de supporters. Als nieuwe speler moet je je meestal eerst een paar wedstrijden bewijzen voor ze jou al dan niet steunen, maar nog voor ik hier een bal getrapt had, kreeg ik veel positieve reacties van hen en dat doet mij wel iets, ja.” Bij KSV Temse schipperde je tussen bank en basis. Waarom heb je daar geen vaste stek kunnen afdwingen? “Twee seizoenen geleden ben ik het seizoen daar heel goed geëindigd en had ik het gevoel dat mijn plaats in de basis binnen was. Dat werd ook bevestigd in de voorbereiding daarop waarin ik alles speelde. Bij de start van de competitie begon ik echter op de bank en dan begin je automatisch aan jezelf te twijfelen. Op zo’n moment heb ik nood aan een trainer die mij vertrouwen geeft en moed inspreekt en dat heb ik bij Yves Van der Straeten een beetje gemist, hoewel ik hem een zeer goede trainer vind. Kwam daar ook nog bij dat de andere aanvallers hun kansen wel meteen verzilverden.” Het was nochtans Yves Van der Straeten die jou aanbevolen had bij SK Berlare. “In het tussenseizoen had ik enkele aanbiedingen: SK Sint-Niklaas, KSV Bornem en SK Berlare om er maar enkele te noemen. Dan was het zaak om de juiste keuze te maken, want ik moest dit seizoen hoe dan ook aan spelen toekomen. Yves vertelde mij dat Berlare bekend staat als een familieclub met veel supporters – meer dan er doorgaans op KSV Temse komen trouwens – en dat de sfeer op en naast het veld veel gemoedelijker is dan daar. Daarnaast had hij er wel vertrouwen in dat ik bij Berlare aan spelen toe zou komen, wat een heel belangrijk argument was, want als 23-jarige moet je wekelijks spelen om beter te worden. Uiteindelijk las ik dan ook nog eens dat Berlare zijn ploeg fors aan het versterken was. Bij Sint-Niklaas en Bornem had ik schrik voor eenzelfde scenario als bij Temse. Ik heb mijn keuze zeker niet beklaagd, hoewel ik een goed gesprek had met de toenmalige trainer van Sint-Niklaas (Robby Buyens, bds), maar die is dan uiteindelijk toch ontslagen, dus mijn keuze is de juiste gebleken.” Op jouw 23e ben je normaliter nog niet aan de top van jouw kunnen. Wat wil je nog bereiken in jouw carrière? “Mijn carrièreplanning van vroeger mag ik al in de vuilbak gooien, want in mijn laatste seizoen bij de jeugd van Lokeren scoorde ik in één seizoen 64 doelpunten. Dan verwacht je dat je vertrokken bent voor een verdere stap, maar niet dat ze jou zeggen dat je niet goed genoeg bent om te blijven… Voor de rest heb ik gedurende veertien jaar een goede jeugdopleiding gehad bij Lokeren. Ze hebben mij wel eventjes teruggezet naar de provinciale jeugdcategorieën, omdat ik als flankspeler te klein was volgens hun ideale profielschets. Toch had ik het genoegen om samen met toppers als Björn Engels en Nikola Storm te mogen spelen. Een tegenstander van toen die ik mij altijd zal herinneren is Charly Musonda Junior, die echt belachelijk goed was! Ook in het zaalvoetbal heb ik eventjes gespeeld, namelijk in eerste nationale bij Argos Hamme. Sinds ik bij Lokeren vertrokken ben, bekijk ik het echter stap voor stap: elke ploeg waarvoor ik speel probeer ik verder te helpen en met het nodige geluk daarbij kan ik misschien nog enkele stappen hoger zetten. Maar mijn ultieme doel nu is om kampioen te spelen met SK Berlare.” Welke kwaliteiten bezit de speler Kenzo Deswert? “Ik zou mezelf omschrijven als een technische speler die snel is en af en toe ook zijn doelpuntje meepikt. Bal in de voet of in de diepte maakt mij niet zoveel uit, dat hangt af van mijn rechtstreekse tegenstander. In de kleedkamer probeer ik een motivator te zijn.” Veel mensen staan er niet bij stil, maar de combinatie voetbal-werk is voor jou minder evident dan voor de gemiddelde speler. “Inderdaad, ik werk in Antwerpse haven en daar werk ik in nachtshiften. Het gebeurt soms zelfs dat ik na de wedstrijd nog moet gaan werken, maar dat proberen we zoveel mogelijk te vermijden. Ook de dag voor de match probeer ik mij thuis te zetten, zodat ik fris aan de aftrap verschijn. Op trainingsdagen ligt dat enigszins anders, want meestal moet ik de training iets vroeger onderbreken om meteen naar mijn werk te rijden. Gelukkig heeft onze coach daar begrip voor. Soms is die combinatie wel zwaar, maar aangezien ik mijn job graag doe en graag voetbal heb ik daar nog geen moment spijt van gehad.” Na de wedstrijd hebben we al kunnen zien dat je een van de sfeermakers bent binnen de groep. Wie mogen we als jouw collega’s zien? “Goh, zo zijn er wel een paar. Jelle, Gauthier, Kjell,… Het is normaal dat we sfeer maken en onze vreugde na de wedstrijd tonen. Dat is een krachtig signaal naar onze supporters. Wij lopen ons 90 minuten warm, maar die mensen trotseren naast de lijn vaak de kou om naar ons te kijken. Dan is het maar logisch om samen met hen onze overwinningen te vieren.” Tegen KVV Zelzate gaf hij SK Berlare met het enige doelpunt de nodige ademruimte en gisteren tegen een goed georganiseerd JV De Pinte schonk hij ons bijna een gouden punt. Een gesprek met Kjell Tolenaars: het slot op de deur en een wapen op stilstaande fases. We zijn het seizoen gestart met een knappe 13 op 15 (het interview vond plaats voor de wedstrijd van gisteren, bds). Hadden jullie op voorhand voor dit resultaat getekend? Tolenaars: "Zeker en vast, want we wisten dat we geen makkelijk programma hadden om aan de competitie te beginnen en na onze slechte voorbereiding heerste er onzekerheid hoe we die eerste vijf wedstrijden zouden doorkomen. Desalniettemin hebben we er iets moois van gemaakt, maar we beseffen ook wel dat we in sommige wedstrijden het geluk aan onze kant hebben gehad en dat we zeker nog niet op de top van ons kunnen presteren. Eenmaal we aan de bal zijn, moeten we onze aanvallen beter verzorgen." Nochtans, we hebben zowel tegen staartploegen, middenmoters als (sub)toppers gespeeld, maar die wedstrijden bleven telkens spannend tot het einde. Wat zegt dat over de waardeverhoudingen in deze reeks? "Deze reeks wordt gekenmerkt door stugge ploegen die gesloten spelen, waardoor we moeilijk de openingen vinden. We hebben het verschil gemaakt op basis van ons individueel talent en het feit dat wijzelf ook tot het einde geconcentreerd zijn blijven spelen en er onze kop voor gelegd hebben. Iedereen kan van iedereen punten afsnoepen, ongeacht de stand. Het zal er iedere week boenk op moeten zijn om de drie punten te pakken." Vorige zomer verruilde je FC Mariekerke voor SK Berlare. Is dit nu de club die je je op voorhand had ingebeeld? "Ik had gehoord dat SK Berlare een warme familiale club was en dat beeld wordt mij nu bevestigd. Op en naast het veld hangt iedereen aan elkaar als één grote familie, zeker in moeilijke tijden, zoals duidelijk werd na het overlijden van onze voorzitter. Wat deze club wel speciaal maakt, zijn onze supporters. Als je ziet dat ze zelfs een bus kunnen inleggen in eerste provinciale om ons massaal aan te moedigen, en dat in eerste provinciale… Gelukkig maar dat mijn overgang de juiste gebleken is, want de afstand tussen mijn woonplaats Boom en de club is wel het maximum dat ik wil afleggen." Hoewel je bij beide clubs niet van onder de kerktoren afkomstig was/bent, ben je een graag geziene speler. Hoe komt dat? "Goh, ik denk gewoon dat bij beide clubs enorm geapprecieerd wordt dat ik op het veld van begin tot einde alles geef, mijn voet nooit terugtrek en dat ik na de wedstrijd met de supporters een babbeltje sla. Op dat vlak verschillen FC Mariekerke en SK Berlare nauwelijks van elkaar." Je mag Rode Duivel Radja Nainggolan tot je vriendenkring rekenen. Hoe ken je hem eigenlijk? "We zaten samen in de jeugd van Beerschot, maar hebben nooit samengespeeld in dezelfde ploeg omdat we een jaar verschillen van elkaar. Daarnaast zaten we ook op dezelfde topsportschool en zag ik hem en onder andere Moussa Dembélé ook vaak. Op zijn 16e vertrok Radja dan richting Piacenza om via Cagliari bij AS Roma terecht te komen. In zijn periode bij Cagliari hoorden we elkaar minder, maar sinds zijn transfer naar AS Roma hebben we weer geregeld contact. Onlangs heb ik de Champions League-wedstrijd AS Roma – Atletico Madrid bijgewoond en het siert de mens Radja dat hij ondanks zijn enorme status mij nog niet vergeten is." België zit momenteel weer in een interlandperiode, maar helaas voor de tweede keer zonder Nainggolan in de selectie. "Onbegrijpelijk! Als je weet dat Witsel geschorst is, Dembélé moest afhaken met een blessure, dan kan ik er niet bij dat Martinez zegt dat hij Nainggolan op puur sportieve basis niet geselecteerd heeft. De bondscoach moet stoppen met rond de pot te draaien en zeggen dat hij niet overweg kan met de persoon Radja, hoewel daar niets mis mee is. Ik denk niet dat hij de enige speler die een pint drinkt en een sigaret rookt… Het enige verschil is echter dat Radja er openlijk voor uit komt, maar je kan niet zeggen dat dit enig negatief effect heeft op zijn prestaties. In Italië hoor je die verhalen niet en geniet hij een echte sterrenstatus, maar daarnaast staat hij ook altijd klaar voor zijn gezin. Misschien moet men in België eens verder leren kijken dan hun neus lang is? Radja heeft ook nooit gezegd dat hij in de basis MOET staan, maar wel dat hij zeker een plaats bij de ruime selectie verdient. Een standpunt waar ik hem overschot van gelijk in geef." Bij nagenoeg elke club is de teamafgevaardigde het minst bekende staflid. Zo niet bij SK Berlare. De man die voor de aftrap nu eens alweer een gat in het net moet repareren en dan weer de kleedkamer naar binnen spurt om een vergeten rode band te gaan halen. Juist, dat is die van de Puiten. Een gesprek met Thomas Van Dender, de stille maar toegewijde kracht binnen ons trainerkorps. Hoe ben je bij onze club terechtgekomen? Van Dender: “Ik ben bij SK Berlare begonnen als jeugdspeler. Bij de knapen had ik Patjen van de supportersclub als trainer. Een strenge, maar correcte en toffe coach. Ook eentje met een enorme voetbalvisie. Hij heeft niet veel haar, maar hij is er in ieder geval nog geen veranderd (lacht). Door aanhoudende knieproblemen kwam er een helaas voortijdig een einde aan mijn spelerscarrière. Het weerhield mij niet om de eerste ploeg als supporter te steunen. Memorabele momenten waren de laatste promoties: van tweede naar eerste provinciale tegen SK Doorslaar en van eerste provinciale naar vierde klasse met de fameuze match op Sint-Gillis-Waas. Ondertussen ben ik ook even stadionspeaker geweest, maar het is dankzij Angelo Nijskens dat ik sinds vorig seizoen afgevaardigde ben van de eerste ploeg.” Vanwaar kende Angelo jou? “(lacht) Aha, vanop café, in ’t Zolderken uiteraard! Hij zocht een rustig persoon om naast hem op de bank te zitten en blijkbaar was ik hem daarnaast ook opgevallen langs de lijn tijdens wedstrijden. Nochtans was ik vroeger helemaal geen rustige supporter!” Wat wordt er van jou als begeleider verwacht? “Op trainingsdagen kom ik uit vrije wil naar de club om bijvoorbeeld de ballen op te pompen, de truitjes op te vouwen en klaar te leggen. Zo bespaar ik tijd op wedstrijddagen. Op thuiswedstrijden zaterdag worden de spelers om 17u45 op de club verwacht. Meestal ben ik dan al aanwezig om de wedstrijdshirts klaar te leggen, genoeg water te voorzien voor de spelers, waarna ik de tegenpartij verwelkom, iets met hun afgevaardigde drink en een praatje sla met de scheidsrechters. Het wedstrijdblad invullen moet dan normaal ook gebeuren, maar dat doe ik liever de dag op voorhand. Tijdens de wedstrijd hou ik mij vooral bezig met administratie: gele en rode kaarten, doelpunten, wissels bijhouden, etc. Na affluiten vullen de scheidsrechter en beide délégués samen het definitieve wedstrijdblad in.” Waarom doe je je job binnen SK Berlare graag? “In de eerste plaats omdat ik graag voetbal zie. Als supporter van Anderlecht kan het ook niet anders dat ik liefhebber ben van goed voetbal (lacht). Daarnaast omdat ik mij nuttig kan maken voor de club die bij wijze van spreken naast mijn deur speelt en waar ik jaren voor gevoetbald heb. Ook het contact met de spelers is heel leuk. Vorig seizoen hadden we al een toffe groep, maar dit jaar is hij beter. De spelers hangen meer aan elkaar en ik heb niet het gevoel dat de sfeer zienderogen gaat afbrokkelen zoals toen. Als je een keer in de week kwam trainen, was je op een gegeven moment zeker van een basisplaats. Nu hebben we 22 evenwaardige spelers die allemaal knokken voor hun plaats.” Vind je het belangrijk om een hechte band met de spelers te hebben? “Ja, je springt voor hen graag in de bres he. Zoals vorig weekend op Sint-Gillis-Waas nog. Gilles Pottie roept iets naar de lijnrechter en ik wou dat op mij nemen. Hij zei dat het niet nodig was, want hij had geen rode kaart verwacht. Het is ook gewoon leuk om goed met de spelers overeen te komen en hen zoveel mogelijk te helpen. Ik functioneer ook graag als verbindingsman tussen staff en spelers. Voor zaken die ze misschien niet altijd met de trainers kunnen bespreken, kunnen ze bij mij terecht. Mijn band met de staff is trouwens ook heel goed. We sturen elkaar bijna dagelijks. Ik ben ook graag op de hoogte van wat er in de groep leeft. Als er een speler om welke reden dan ook niet aanwezig kan zijn op training, als er eens iets moet gehaald worden voor een training of wedstrijd, dan mogen ze mij altijd sturen.” De appreciatie is ook wederzijds. Een voorbeeld: als afsluiter van de stage heb jij een etentje met de hele groep geregeld en meteen erna postten de spelers dankwoordjes op Facebook. “Zeker en vast! Ik vond het belangrijk dat de spelers op stage lekker, maar ook gezond aten. ’s Ochtends een aangepast ontbijt voorzien, ’s middags en ’s avonds sportvoeding zoals pasta, kip met rijst en curry enzo. En met de rest van het budget gingen we dan op restaurant. Dat is beter dan ons allemaal binnen op te sluiten. Een kleine moeite om dat te regelen, maar het doet zeker deugd dat ze zulke dingen naar waarde schatten.” Sportief gaat het ons gelukkig voor de wind: 9/9 en na de thuiswedstrijd tegen Eendracht Aalter vond er een feest tot na middernacht plaats. “Mijn verwachtingen voor dit seizoen zijn hoog. Hout vasthouden: vorig seizoen zijn we met 7/9 ook goed gestart, maar is het nadien met 1/27 vrij snel bergaf gegaan. Dat wil ik absoluut niet meer meemaken! Maar nu komen de toppers eraan: komende zaterdag Zelzate thuis, daarna naar Elene-Grotenberge. Daarnaast verwacht ik van HogerOp Kalken veel dit seizoen. We gaan proberen ze allemaal winnend af te sluiten, maar het worden sowieso moeilijke opdrachten. Zaterdag na Aalter was mij opgevallen dat er in tegenstelling tot vorig seizoen veel meer spelers na de wedstrijd in de kantine blijven. De discobar werd bovengehaald, top! (lacht) Vooral voor de kassa dan. Voor mij hoeven ze niet allemaal lang blijven plakken, maar als we zondag spelen, hou ik er wel aan om even mijn kop te laten zien in ’t Zolderken of Het Klaverblad.” Zijn er ook mindere kanten geweest aan deze job? “Doordat je zo nauw betrokken bent bij heel het gebeuren was de degradatiematch op Ninove een serieuze klap. Toen dacht ik even aan stoppen. Waarom doe ik dit allemaal, dacht ik toen… We zakken, de supportersclub dacht ook aan ophouden te bestaan,…Ik voelde mij machteloos omdat ik zelf niet op het veld stond. Maar al snel wist ik dat ik moest doorgaan: SK Berlare is een warme familiale club die moet blijven bestaan. Samen moeten we er een topseizoen van maken in eerste provinciale!” Het is moeilijk om nog mensen te vinden die mee aan de wieg stonden van hun voetbalclub. Het deed onze scout Danny Vanhouwe dan ook pijn dat zijn voetbalkind sinds dit seizoen de nationale reeksen voorlopig vaarwel heeft moeten zeggen. “Ik ben te emotioneel met deze club verbonden, daarom dat ik ze liever help met info te verzamelen over de tegenstander.” Het interview vond buiten plaats, vlak naast de zijlijn, en onder een avondzon bij een temperatuur van bijna twintig graden met zicht op het voetbalveld, zoals Danny wekelijks terug te vinden is. “Binnen SK Berlare is een scout een vrijwilliger, dus voor mij is dit puur een hobby. Wedstrijden bekijk ik het liefst live in een stadion, want daar heb je minder afleiding. Op tv ben je snel geneigd andere zaken te doen, want je hoort aan het stemgeluid van de commentator wanneer er iets interessants gebeurt. En heb je het toch gemist, volgen er tientallen herhalingen.” “Het was toen Yves Van der Straeten hier hoofdcoach werd dat ik begon met wedstrijdscouting. De bedoeling is dat de coach een zo volledig mogelijk beeld krijgt van de tegenstander. Daarvoor zitten we een keer per week ongeveer 20 minuten samen met hem en de andere scouts”, vervolgt Danny. “Al mijn verslagen zijn schriftelijk, want ben niet zo handig met die computerprogramma’s, maar ik kijk er wel naar uit om bij te leren van onze nieuwe scout Gregory, want dat is blijkbaar wel zijn dada.” Het scoutingsleven bracht hem op enkele memorabele plaatsen, zowel in positieve als negatieve zin. “Toen we een seizoen met allemaal Henegouwse clubs werden ingedeeld, kwam ik op plaatsen terecht met een accommodatie om van te huilen. Ik herinner me een vriendschappelijke wedstrijd van Beloeil tegen Péruwelz. Kwamen Chris en ik daar aan en zagen we van de bezoekers allemaal auto’s met Franse nummerplaten! Aangekomen in de kantine, enfin een houten chalet die daarvoor moest doorgaan, vroegen Chris en ik ons een koffie. Bekeken die medewerkers ons alsof wij van Mars kwamen. Een koffie krijgen op een weekdag? Onmogelijk!” Video-scouting Desondanks blijft Vanhouwe ervan overtuigd dat scoutingsverslagen niet zaligmakend zijn. “Pas op, scouting in het algemeen mag niet als een exacte wetenschap gezien worden. Het is niet meer dan een kapstok waar spelers en trainers zich aan kunnen vastknopen. Je kan wel aangeven of een ploeg technisch of fysiek sterk is, maar als de tegenstander vooraan een speler heeft lopen die elke week een ander trucje uitprobeert, dan sta je machteloos. Of tijdens de wedstrijden die je hebt bekeken, gaat die speler altijd binnendoor, maar tegen ons buitenom." Of video-analyses dan wel het grote verschil maken, heeft Danny ook zijn twijfels. “Samen met Herman De Landtsheer, de bekende video-analist van onder meer Lokeren, de Rode Duivels en Club Brugge, heb ik op de Heizelschool gezeten. Hoewel hij een kei is in de video-analyse, krijgen die ploegen evenveel goals tegen als de rest”, is Danny overtuigd. Carrière als trainer Wat niet iedereen binnen SK Berlare weet, is dat Danny een veel groter verleden heeft als trainer. “Eerst ben ik begonnen als speler van SK Berlare toen ik de club mee heb opgericht”, steekt Danny van wal. “Dat was als rebellie tegen het toenmalige FC Berlare. De kleuren rood-wit werden in dat kader gekozen, zonder dat daar enige politieke connotatie aan vasthing.” Na zijn spelerscarrière werd Vanhouwe dus gegrepen door het trainersvirus. “Eenmaal ik de dertig gepasseerd was, begonnen ze waarschijnlijk op mij uitgekeken te raken, dus werd ik de assistent van Chris Gabriëls.” Daar bleef het evenwel niet bij. “Toen we promoveerden en het seizoen erop Chris vanwege de tegenvallende resultaten ontslagen werd, nam ik over en konden we ons toch nog redden. Als hoofdcoach was ik wel geen gemakkelijke, want ik duldde enkel inspraak van mensen die alle trainingen en wedstrijden bijwoonden.” Het ging nadien snel bergop met zijn trainerscarrière. “Via Patrick Orlans, met wiens vrouw ik lesgaf in de school van Evergem, ben ik als assistent-coach van Gilbert De Groote, momenteel hoofd scouting van AA Gent, bij RC Gent-Zeehaven terechtgekomen en mocht ik na promotie in 1e provinciale van het nationale voetbal proeven.” “Helaas, de resultaten vielen tegen en De Groote werd vervangen door Aad Koudijzer en die later door Luc Vanderschommen”, vervolgt Vanhouwe, die even nadien terug hoofdtrainer werd, dit keer van Jong Lede. “Toen Vanderschommen ontslagen werd, bracht zijn opvolger zijn eigen assistent mee. Bij Jong Lede werd ik echter ook al gauw aan de kant geschoven omdat een familielid van iemand uit het bestuur weinig speelminuten kreeg van mij.” Het was meteen ook zijn laatste kunstje als hoofdtrainer, maar als assistent moest dan nog het hoogtepunt uit de trainerscarrière van Vanhouwe volgen. “Op skivakantie belde Vanderschommen mij op. Hij was net aangesteld bij KV Kortrijk dat toen in eerste klasse nog speelde en hij vroeg mij als assistent. KVK kende echter een financieel woelige periode, waardoor we tot de laatste speeldag in degradatienood verkeerden. Toen gingen we naar RSC Anderlecht: wij moesten winnen om niet te degradatie, zij om Europees te halen. We kwamen 0-1 voor, maar verloren uiteindelijk met 3-1. Toen heb ik besloten om te stoppen op voor mij een hoogtepunt, namelijk op het veld van mijn favoriete club.” Toekomst SK Berlare “De degradatie was voor mij een zware klap. Je hebt de club mee opgericht, dus je bent er emotioneel mee verbonden”, zegt Vanhouwe. “Ik scout liever tegenstanders dan dat ik naar mijn eigen club moet kijken, want dat laatste is niet goed voor mijn hart.” Vooral het voorbije seizoen hakte er diep in bij onze scout. “Chris Gabriëls hield mij telkens op de hoogte van de tussenstand, maar elke keer we op achterstand kwamen, wist je dat het voorbij was en wanneer ik te horen kreeg dat we weer kansen aan het missen waren, dan zakte de moed mij in de schoenen”, vertelt Danny. “Gelukkig ben ik niet zo zenuwachtig als de voorzitter van Merelbeke, die per wedstrijd twintig keer rond het veld ijsbeert (lacht).” Toch liggen er volgens hem betere tijden in het verschiet. “Ik merk terug een positief elan binnen de club en ik denk dat we voor komend seizoen toch een mooie ploeg hebben samengesteld. Zo’n Kjell Tolenaars bijvoorbeeld is een moordenaar op het middenveld. Ik zag hem vorig seizoen een paar keer aan het werk en wanneer je zo iemand kan aantrekken, moet je niet twijfelen. Ook Devin De Smet heeft ondanks zijn jonge leeftijd al vier jaar A-kern achter de rug, waarvan enkele in eerste provinciale. Hij weet wat het is om in deze reeks te spelen, in tegenstelling tot jongens die je pakweg van de beloften van eersteklassers haalt. Het zal echter geen makkelijk seizoen worden. Duelkracht zal in veel wedstrijden bepalend zijn.” Ondanks zijn liefde en gedrevenheid voor de club heeft Danny getwijfeld om nog door te gaan. “Ik heb altijd gezegd dat ik niet meeging naar eerste provinciale, maar ja… Ik zal het wel wat rustiger aandoen, zeker nu we met Gregory een nieuwe scout hebben. Het wordt moeilijker te combineren met zijn gezinsleven. Mijn vrouw had graag dat ik op zaterdagavond ging scouten, want dat was haar vrije avond waarin ze graag tijd maakte voor zichzelf. In eerste provinciale zullen wij de enige ploeg zijn die dan speelt, dus zal ik opnieuw ’s zondags weg zijn. Dat vindt ze minder leuk, maar we regelen dat wel (knipoogt).” SK Berlare neemt ook dit seizoen afscheid van enkele spelers en deze keer zijn het niet de minsten. Voor de laatste bijeenkomst van de spelers en staff spraken we met Michaël Poppe, Willy Kabera en Jens Vandenhende, goed voor respectievelijk maar liefst zeven, vier en drie seizoenen in het Puitenstadion. Met welk gevoel verlaten jullie SK Berlare? Jens: “Die vraag ligt natuurlijk moeilijk na de degradatie, maar we mogen de mooie momenten bij deze club niet vergeten, zoals vorig jaar toen we een echt topjaar kenden! Over het algemeen verlaat ik de club met een goed gevoel, maar met een roteinde.” Willy: “Het laatste werpt toch wel een schaduw over alles. Na het verlies op Ninove had ik het een of twee dagen na de wedstrijd heel zwaar. De leuke momenten mogen we echter niet vergeten. Het is leuk dat we net in deze kleedkamer zitten (het interview vond plaats in kleedkamer zes, naast de polyvalente zaal, bds) want dit was onze kleedkamer toen ik onder Yves Van der Straeten mijn eerste echte stappen in een eerste ploeg zette, aangezien ik bij Hamme niet veel speelde.” Mich: “Zeven seizoenen SK Berlare, dat wis je niet zomaar uit. De spelers, de supporters, het bestuur, alles errond,… maakt deze club een warme club. Toen ik bij FC Lebbeke tekende, had ik absoluut niet gedacht dat Berlare zou zakken. Hoewel we wisten dat het moeilijk ging worden, heb ik altijd in het behoud geloofd. Zoals bij Willy kwam bij mij de zwaarste klap ook de dagen na Ninove. Toen ik hier de oprit kwam opgereden, heb ik ook bij mezelf nog gedacht “Hoe is dit in godsnaam mogelijk?” Ik heb het ook tegen Patjen, die ik in die zeven jaar vaak sprak en hoorde, gezegd dat het raar zal doen om eens niet in het shirt van Berlare te spelen.” Welke momenten zullen jullie blijven herinneren? Mich: “De wedstrijd tegen Tamines (wedstrijd in 2008 voor het behoud in 4e nationale, die SK Berlare met 7-3 won) zal mij zeker bijblijven. Uiteraard ook vorig seizoen, met onder meer de mooie bekercampagne waarin we thuis tegen Eupen mochten spelen.” Willy: “En we lagen er dan nog bijna uit in een van de eerste rondes tegen een tweede provincialer uit het Gentse!” Jens: “En de wedstrijd voor Eupen moesten we tegen Hamme spelen, toen we na het nemen van penalty’s doorgingen. Ook een geschifte match! Eupen was echter inderdaad het hoogtepunt. De spelers die toen meededen, zien we nu bijna allemaal elke week terug in eerste klasse, zoals Luis Garcia, Taulemesse en ook keeper Van Crombrugge. Mooi dat we in die wedstrijd onze voet naast die van hen hebben kunnen zetten.” Willy: “Persoonlijk was voor mij de thuiswedstrijd tegen Eendracht Zele ook memorabel. Ik kwam net terug uit blessure, mocht invallen als rechtsachter, maar er waren toen superveel supporters komen opdagen! Een zotte sfeer, echt nice!” Waarom verlaten jullie SK Berlare? Jens: “Bij mij heeft het enerzijds met mijn job te maken. Momenteel werk ik als projectleider in Knokke. Pas rond 17u30 kan ik daar vertrekken en het is telkens een heel karwei om op tijd in Berlare aan te komen. Meestal is het gewoon thuiskomen en weer vertrekken en zo heb je niets van vrije tijd meer. Lochristi is op dat vlak een stuk dichter bij mijn woonplaats. Anderzijds heeft Lochristi mij een plaats op het middenveld beloofd en die positie draagt toch mijn voorkeur weg. Dat was ook vorig jaar te zien, toen wij drie de driehoek op het middenveld vormden en ik denk dat ik voor ons alle drie mag spreken dat het ons beste seizoen ooit was.” Mich: “FC Lebbeke heeft bij mij ook meteen aangegeven mij te zien als een nummer 8 of nummer 10, terwijl ik bij Berlare op heel wat posities werd ingezet. Ik ben zelfs nog tweede keeper geweest (lacht). Dat was tijdens de match op Diksmuide. Door een afwezigheid van Jan Van den Abbeele moest Sammy Dhollander, die toen al een gans jaar op de bank zat, normaal tussen de palen plaatsnemen, maar die stuurde zijn kat. Bram Van Vaerenbergh werd daarop uit de beloften gevist, maar we hadden dus nog altijd geen reservekeeper, waarop Yves toen in volle kleedkamer gevraagd heeft wie zich geroepen voelde om reservedoelman te spelen. Ik dacht bij mezelf: “OK, neem mij maar, dan hebben we die positie ook gehad” (lacht). Nee, maar los daarvan is Lebbeke ook een ambitieuze club en na zeven seizoenen bij dezelfde club was het misschien ook eens tijd om andere lucht op te snuiven.” Willy: “Ik ben 23 jaar en ben op een keerpunt gekomen in mijn carrière. Zoals iedereen dacht ik het boerenjaar van vorig seizoen verder te zetten, maar we zijn op dat vlak op onze honger blijven zitten. Nu voel ik mij klaar voor een nieuwe uitdaging.” Jens: “Moesten we eenzelfde seizoen als het vorige kunnen draaien hebben, was volgens mij ook iedereen meer geneigd om bij te tekenen.” Willy: “Klopt, want begrijp mij niet verkeerd: het is bij deze club dik in orde. Spelers komen hier graag, de supporters maken veel sfeer. Voor komend seizoen hebben ze met Tim echt een heel goede trainer aangesteld, dus dat zit allemaal goed. Het is misschien toeval dat we alle drie van geboortejaar 1993 zijn en dat we allemaal dat gevoel hebben dat we nu op een scharniermoment in onze carrière aanbeland zijn.” Mich: “Eenmaal je 25 jaar bent komen je beste jaren als voetballer eraan en ik had het gevoel vastgeroest te zitten. Moest ik bijgetekend hebben, zou de club op mij kunnen rekenen hebben op gelijk welke positie, maar het begon misschien een evidentie te worden dat ze mij op gelijk welke positie konden inzetten.” Wat willen jullie als afscheidswoordje nog kwijt aan de supporters? Jens: “Hun steun is fantastisch he, als je ziet dat we op Ninove met het overgrote deel aan Berlaresupporters zaten. Een volle bus, ook nog veel mensen die met de auto kwamen. En dat in volle degradatiestrijd, terwijl Ninove 6e stond en nog een eindrondeticket kon pakken… Je kan als speler alleen maar dankbaar zijn met zulke supporters.” Willy: “Inderdaad, vooral dat ze met zoveel zijn heb ik in die vier seizoenen nooit anders geweten.” Mich: “Ik ook niet. Toen ik hier begon te spelen, werden er al supportersbussen ingelegd en heb eigenlijk nooit een dalend supportersaantal vastgesteld. Wat ik de supporters wil meegeven is: doe vooral zo verder en ik blijf lid van de supportersclub!” Jens: “Ze kunnen best wel kritisch zijn, maar dat mogen ze. Ze spenderen namelijk hun volledige zaterdag aan ons.” Willy: “Dat kritische mag. Wij moesten maar zien dat we goed speelden he. Het omgekeerde was ook waar: wanneer we goed speelden, waren ze door het dolle heen. Ze beleven het even intens, misschien zelfs intenser, dan ons. Voor een club als Berlare zijn zij zeker een meerwaarde. Ik ben eens benieuwd of Ninove volgend seizoen blij zal zijn dat Berlare zakt, want ze lopen door onze supporters veel inkomsten mis. Met minder supporters is het minder leuk voetballen. Ook die jongemannen die sinds dit seizoen sfeer maken met hun trommels en hun onnozel vuurwerk (algemene hilariteit, maar Willy bedoelt dat natuurlijk niet letterlijk, bds). Echt de max als je zo uit de kleedkamer komt!” Mich: “Ja dat vuurwerk en die trommels zijn fantastisch. Onze tegenstanders hebben al vaak hun ogen opengetrokken toen ze met ons het veld opkwamen.” Jens: “Zeker op Wetteren! Die mannen dachten dat we maar steun gingen krijgen van vijf man en een paardenkop… Maar bon, het is mooi geweest.” Willy: “Zeg nooit nooit he, want in voetbal kan het snel keren. Ik speelde samen met Michaël in de jeugd van Hamme en nu hebben we vier jaar hier de kleedkamer gedeeld… Maar ik hoop vooral dat we SK Berlare snel terug in nationale zien!” Een degradatie hakt bij ieder lid van de club van supporter tot voorzitter er serieus in. Zeker wanneer in ons geval na negen seizoenen de nationale reeksen worden verlaten voor eerste provinciale. Quo vadis SK Berlare? En wat nu? Een van de vele duizenden vragen waar de supporters sinds zondag mee worstelen. Sportief verantwoordelijke Bert De Meyer heeft de antwoorden klaarliggen. Wat zijn de voornaamste redenen voor de degradatie? De Meyer: "Laat me eerst zeggen dat ik trots ben dat onze club zich niet heeft verlaagd tot onsportief gedrag om de uitslag in de laatste match te beïnvloeden op een illegale wijze. Ik ben er zeker van dat dit ook in Vlamertinge en Wervik niet gebeurd is. SK Berlare heeft elk seizoen een team dat met wat meeval kan strijden voor promotie en dat bij tegenslag moet knokken voor het behoud. Als alles in de goeie plooi valt, promoveren we, maar als alles tegenzit… Van de de kern van vorig seizoen die de eindronde voor promotie haalde, vertrok met Lorenzo Heirwegh één basisspeler. Hij werd positioneel vervangen door Gérard Lifondja, een speler met veel kwaliteiten die ook inzetbaar was als spits, zodat Henri ook terug op de linkerflank kon spelen indien nodig. Achraf et-Takny kwam om voor een plaats op de flank de strijd met Bayram Cürückü en Lifondja aan te gaan. Daarbovenop kwam met Gauthier Lauwers een ervaren spelmaker die in de vorige seizoenen altijd goed was voor meerdere doelpunten en assists. Voor het eerst durfde iedereen binnen SKB spreken over een top 5 plaats en vooraf zagen we dus geen redenen om te vrezen voor degradatie. We hoeven het lijstje niet meer op te noemen van spelers die uitvielen of een heel seizoen niet inzetbaar waren. Na Nieuwjaar werd er voluit gekozen voor het aantrekken van een extra doelpuntenmaker en die vonden we in Harelbeke met Timothy Van de Wouwer. De KBVB heeft hem niet willen aansluiten, ook al verzekerde Sporta ons dat dit wel mogelijk was." Welke lessen worden op sportief vlak uit dit seizoen getrokken? "Alles wat gebeurd is, is voorspeld. Ik blijf bij mijn standpunt dat een club als Berlare enkel een jeugdwerking met doorstroming en een succesvol 1e elftal in het nationale voetbal kan hebben via een grondige samenwerking met een andere club (lees maar fusie). Ik heb daar ook al jaren geleden de eerste stappen voor gezet, maar het is logisch dat niet iedereen daar zomaar in meegaat. De uitvoering daarvan is niet evident dus ik werp hier geen steen dat het er nog niet van gekomen is. Voor mij is het allerbelangrijkste in het amateurvoetbal dat elke jeugdspeler uitzicht heeft op voetballen tot zijn 35e in zijn club bij de ploeg op het niveau dat bij hem past, gaande van 1e of 2e amateurklasse tot de veteranen C. Er zou dan ook geen gebrek zijn aan bestuursleden, sponsors, medewerkers, enz.. We hebben dit seizoen nog eens bevestigd gekregen dat het blijkbaar voor trainers heel moeilijk is om de volledige spelersgroep een heel seizoen gemotiveerd te houden om alles te geven. Nochtans weet iedereen dat elke kernspeler wel aan de beurt komt. Moeilijke factor daarin is dat je spelers die wegblijven niet financieel kan raken. Wie niet traint en speelt, verdient niks. Daarom hoop ik al jaren dat de beloftenwerking verder kan uitgebouwd worden. Met reservenwedstrijden op een hoger niveau heeft een speler die de selectie van 15 niet haalt toch sportief iets om naar uit te kijken. Kampioen spelen is niet belangrijk voor een beloftenploeg, maar het geeft een andere sfeer binnen het team dan dat je forfaits moet geven. Ik ken de kritiek op het aantrekken van jongens die wat verder weg wonen van Berlare. Toen ik Ramzi Ben Ahmed naar Berlare haalde was die kritiek er ook maar op het einde van het seizoen werd hij door iedereen bejubeld. Er zijn nog weinig spelers geweest die ons zo veel voetbalplezier schonken. En ook dit seizoen kan je niet zeggen dat de jongens die van verder af komen moeilijker zouden zijn: Achraf en Cristian doen een pak kilometers en verzorgen zich tot in de puntjes om alles te geven voor hun club. Ook Jens, Jelle en Henri wonen verder weg. Je kan niet echt iets aanmerken op hun SKB-verhaal. Enkel Bouhna en Auspert, die vonden dat trainer Nijskens geen oog had voor hen, bleven weg. Het was ook zo dat Bouhna na de voorbereiding niet echt in de plannen van Angelo paste. Voor het seizoen heb ik met Bouhna alle scenario’s doorgesproken omdat ik wist dat hij een aanpassingsperiode nodig ging hebben, maar als universiteitsstudent koos hij uiteindelijk toch voor een andere focus. Wegblijvers De Wolf en Ayari daarentegen wonen op een boogscheut van Berlare. Longueville en Cürükcü speelden een uitstekend vorig seizoen. Bayram viel, net als Lifondja, uit met een blessure en Birger werd op het werk met de rug tegen de muur gezet. Hij kon onmogelijk nog op training aanwezig zijn en was daar het hart van in. We proberen alleszins lokaal te scouten maar we moeten met ons budget spelers aan de juiste prijs-kwaliteit binnenhalen of we verzwakken ons team. Misschien zou het wel lukken om een ploeg te vormen met enkel jongens uit de buurt als er meer tijd gestoken wordt in de transfers. Nog meer scouten, meer gesprekken voeren. Daarom heb ik mijn functie al enkele malen opengesteld. Het ontbreekt me aan tijd. Jurgen Sermijn kwam me bijstaan maar die heeft ondertussen moeten afhaken. Frederic De Gucht doet zo veel mogelijk, maar heeft heel weinig tijd. De scouts Danny en Chris hebben altijd aangegeven dat ze deze functie niet zien zitten. Er kwamen kandidaturen binnen, maar die wilden betaald worden en dat kan onze club niet. Er is te weinig tijd geweest om het afgelopen seizoen de beloften te ondersteunen wat ook zijn nadelen had. Iemand als Van Laere had sneller op het seizoen moeten opgepikt worden door de A-kern als ik nu hoor van Tim Bavré hoe talentvol die is." Er hebben al enkele spelers uit de huidige kern bijgetekend, aangevuld met nieuwe spelers. Heeft de degradatie voor hen gevolgen? "Alle spelers uit de kern die bijtekenden en ook alle nieuwelingen tekenden voor eender welke reeks. Wie voor Berlare kiest doet dit omwille van de clubsfeer en de correctheid. We merken dat andere spelers nog steeds in SK Berlare geloven. Zo maken we binnenkort nog twee transfers bekend en de criticasters mogen zich al vasthouden, er is een rasechte zwarte Gentenaar bij. Een topkerel!" De trainer heft voor anderhalf jaar getekend toen hij van Angelo overnam, maar ook hij kon het tij niet keren. Begon hij niet aan een aartsmoeilijke opdracht? Wat Mogen we van SKB verwachten nu hij vanaf de voorbereiding de ploeg onder zijn hoede heeft? "Onze trainer heeft er veelbelovende maanden opzitten. Er wordt uitstekend getraind en de overgebleven spelers kwamen telkens gemotiveerd aan de aftrap en bleven in moeilijke omstandigheden gaan tot de laatste minuten. Het is voor hem ook uitkijken naar een nieuw seizoen waar hij van bij de start kan bouwen op fysiek en tactisch vlak. Met zijn 15 jaar ervaring als trainer bij Belgische eliteclubs heeft hij heel wat baggage om onze ploeg goed te laten voetballen, blessures te vermijden en via onder meer periodisering ook fysiek klaar te stomen. Onze physical coach Koen D'Hoker is alvast enthousiast over zijn werkwijze. Er komt ook nog een extra trainer in de staff die een heel belangrijke rol gaat krijgen als klankbord voor Tim en die als stuwende kracht bij de beloften zal fungeren." Met welke ambities start SKB volgend jaar in 1e provinciale? Waarom moet iedereen ook volgend jaar in het project SKB geloven? "We degraderen niet omwille van een malaise: de kern is grotendeels gevormd en ik doe daar beter zelf geen uitspraken over, maar voor het eerst zullen andere clubs ons bestempelen als een titelkandidaat. De gesprekken met onze topscorer Henri lopen nog. Als hij kan blijven of als hij waardig kan vervangen worden, hebben we opnieuw een uitstekende kern. Henri liet al verstaan heel graag te blijven en ik blijf van mening dat we met hem een unieke spits in huis hebben die snelheid en kracht combineert, ook al miste hij veel kansen dit seizoen. Een reeks lager en met een betere aanvoer zou hij terug kunnen ontploffen. Het wordt echter geen makkelijke beslissing voor de sportieve cel en iemand met zijn kwaliteiten vinden binnen ons budget is heel lastig. Vijf seizoenen geleden zou ik een degradatie als dramatisch omschreven hebben, maar ons kleine budget is in al die jaren stabiel gebleven en bij de eersteprovincialers zijn de zotte budgetten ook serieus aan het dalen, dus we strijden met gelijke wapens vanaf nu. Nu kunnen we echt bewijzen dat we prijs/kwaliteit een goeie kern kunnen samenstellen. Laat ze maar komen, de derby’s. Wat wel dramatisch zou zijn, is als er mensen verdwijnen die zich belangeloos inzetten voor de club zoals de scouts Danny en Chris of de supportersclub en eender welke medewerker." Wat heeft de club nodig om verdere stappen te zetten? "Onze voorzitter liet al weten dat hij voluit gelooft in een prachtig nieuw seizoen. Er werden zondag berichten en reacties op Facebook geplaatst die hem, nota bene op zijn verjaardag, serieus de wenkbrauwen zullen doen fronsen hebben. Knap toch hoe hij daar mee omgaat. Onze club in zijn huidige vorm kan er nog meer op vooruitgaan als er extra mensen bijkomen die een verantwoordelijke functie willen opnemen. Een commerciële man, iemand die een festiviteit organiseert, enz.. Bram is als nieuwe mediaman mijn beste clubtransfer van het afgelopen seizoen en ik hoor dat hij daarbij nog een functie extra zal nemen. En dat door een eenvoudige oproep op Facebook te plaatsen. Dat moeten we nog eens proberen om nieuwe mensen aan te trekken." SK Berlare engageerde ook dit jaar tijdens de eerste week van de paasvakantie haar jeugdtrainers om jonge spelertjes van de U6 tot de U13 kennis te laten maken met de club en om hen nieuwe tips en tricks aan te leren. En deze editie werd een overweldigend succes! "We mogen wel stellen dat de paasstage een van de hoogtepunten van het jaar is voor de jeugd van SK Berlare. Tevens is het een ideale gelegenheid voor de kinderen om zich tijdens de vakantie te amuseren met hun vriendjes en om zich tegelijkertijd op sportief vlak te ontwikkelen", aldus Kevin Van Herrewegen, jeugdtrainer bij SK Berlare en een van de bezielers van de stage. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de inschrijvingen vlot verliepen. "De paasstage van vorig jaar zat al snel vol en we wisten dus dat we deze paasvakantie extra capaciteit moesten voorzien. We hadden gerekend op zo'n 80 inschrijvingen, maar we mochten maar liefst 95 spelertjes verwelkomen! Een grote blijk van vertrouwen in onze club, wat ons natuurlijk motiveert om komende jaren nog beter te doen." De spelers werden gedurende vier dagen van 's morgens vroeg tot in de late namiddag intensief begeleid. In de voormiddag wordt voornamelijk aandacht besteed aan de technische ontwikkeling (voetenwerk, schijn- en passeerbewegingen, passen en balcontrole), terwijl in de namiddag wedstrijdvormen op het programma staan. Het kan dan ook niet anders dat zij onder leiding van onze gediplomeerde trainers grote stappen voorwaarts hebben gemaakt. "Zeker op technisch vlak, maar vooral op mentaal vlak", legt Van Herrewegen uit. "Spelertjes die schrik hebben om bepaalde acties te maken, zie je na verloop van tijd openbloeien. Tijdens de ochtendpresentatie laten we iedereen bepaalde bewegingen op beelden zien en het is dan ook fantastisch om te zien dat zij tijdens de onderlinge wedstrijdjes in de namiddag die bewegingen uitproberen en verder verfijnen." SK Berlare draagt de jeugdopleiding hoog in het vaandel en wil aantonen dat de brug tussen de jeugd en het eerste elftal niet onoverkomelijk is. "T1 Tim Bavré (die voor hij naar SK Berlare kwam een succesvolle jeugdtrainer was bij onder meer AA Gent en Waasland-Beveren, bds) heeft onze paasstage bezocht en heeft de tijd genomen om elke deelnemer persoonlijk te begroeten en heeft hen bruikbare tips meegegeven", aldus Van Herrewegen. "Zijn voorbeeld werd gevolgd door een delegatie spelers van het eerste elftal." Niet alleen de spelers, maar ook de trainers kijken elk jaar reikhalzend uit naar de paasstage. "De sfeer op de stage is altijd top! We hebben bovendien een ideale mix van jonge en ervaren jeugdtrainers, die ideeën uitwisselen met elkaar. Een perfecte symbiose tussen het enthousiasme van de jongere garde en de hulp die zij krijgen van de ervaren trainers bij het uitdokteren naar nieuwe oefenstof. Er wordt veel gepraat en gelachen en zelfs over onze liefdesproblemen geven we elkaar tactische tips (lacht). Deze unieke sfeer zorgt ervoor dat trainers van binnen en buiten SK Berlare graag naar onze paasstage komen!" Tot slot wil Kevin nog een pluim op de hoed steken van de mensen achter de schermen. "De rol van de dames van het keukenteam mogen we niet vergeten in heel dit verhaal. Ze hebben ons doorheen de dagen goed verzorgd en heel lekker eten voorgeschoteld. Zij verdienen minstens evenveel lof als de spelers en de trainers!", besluit hij. |
Archieven
Oktober 2019
Categorieën
Alles
|